is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Familie Van Meerbeek
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Landhuis Familie Van Meerbeek
Deze vaststelling was geldig van tot
Neoclassicistische villa met huidig uitzicht uit het einde van de 19de eeuw, gelegen in een landschappelijk park met koetshuis ten zuidwesten van de villa en te bereiken via een ijzeren hek tussen gecementeerde pijlers.
Het landhuis, in de volksmond ook kasteel van Nossegem genoemd, klimt qua oorsprong vermoedelijk op tot circa 1800. Op de Ferrariskaart van 1771-1777 is er nog geen spoor van bebouwing; ten oosten van het latere landhuis zijn wel de U-vormig ingeplante gebouwen van de 'C(en)se. Bever' aangeduid; deze hoeve werd in de 19de eeuw de 'Vernagelde Poort' genoemd en is naderhand uitgegroeid tot jeneverstokerij Van Espen (zie gemeente-inleiding).
Volgens de legger van het primitieve kadaster was het landhuis in 1831 eigendom van dokter Frans Van Meerbeek. In 1832 wordt het omschreven als 'een schoon en wel doortimmerd huys op de steenweg met een verdieping'; het was bovendien gelegen aan de noordelijke rand van een perceel 'lustgrond' (tuin). Na het overlijden van Theresia De Boeck, weduwe Van Meerbeek in 1883, werd het goed in 1888 verkocht aan de heer Jules Bosmans (1851-1931), leermeester van de latere koning Albert I en zijn jong overleden broer prins Boudewijn. Op een oude prentkaart staat de vermelding 'Château de M. Bosmans, secrétaire de S.A.R., le Compte de Flandre'; bij zijn overlijden was hij 'Raadsheer aan het hof des Konings'. Hij liet het vroegere classicistische herenhuis omvormen tot een neoclassicistisch landhuis; voortgaande op oude foto’s bleven het volume en de ordonnantie nagenoeg bewaard maar werd het uitzicht grondig aangepast; op het kadaster is er evenwel sprake van een 'reconstruction totale', eigendom van Bosmans-Picard Jules, geheimschrijver van den Prins Boudewijn, Elsene. Het huidige neoclassicistisch uitzicht met gecementeerde, hoewel eenvoudig uitgewerkte gevels en het mansardedak dateert dus uit deze periode; het koetshuis dat gebouwd werd circa 1838 bleef behouden. De tuin, oorspronkelijk een kleine 80 are werd uitgebreid met 15 are; de topografische kaart van 1891 toont een rotonde achter het landhuis en twee lussen die de zuidelijke helft van het landgoed verdelen in twee nagenoeg gelijke blokken; de tuin was vermoedelijk beplant met sierbomen en –struiken.
De volledig met schijnvoegen gecementeerde villa ligt vandaag pal aan de drukke Leuvensesteenweg maar is ervan gescheiden door een haag. Het heeft een T-vormige plattegrond met kleine uitbouw op de zuidwestelijke hoek en telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder haaks ineen gewerkte mansardedaken, het hoofdgedeelte met de nok parallel aan de straat; de neoclassicistisch uitgewerkte dakvensters worden gemarkeerd door voluutvormige vleugelstukken en een bekronend driehoekig fronton. Het geheel is onderkelderd en heeft bijgevolg een verhoogde begane grond.
De lijstgevel aan de straat, gevat tussen hoekpilasters met verdiepte schachten, vertoont een centraal risaliet van drie traveeën met in het midden de voorheen overluifelde deur in entablementomlijsting met rondboogfronton, zoals te zien is op oude foto’s en prentkaarten; de flankerende vensters hebben een decoratief uitgewerkt hoofdgestel met driehoekig fronton. Een hardstenen puilijst vormt de scheiding tussen eerste en tweede bouwlaag. De overigens sober opgevatte gevel wordt geopend door eenvoudige rechthoekige vensters die vroeger beluikt waren, zoals blijkt uit de nog aanwezige luikduimen, en zijn voorzien van hardstenen lekdrempels, op de begane grond op voluutvormige consoles, op de verdieping doorgetrokken. Het schrijnwerk is gedeeltelijk vernieuwd, onder meer op de bovenverdieping. De deur, voorheen de hoofdingang is vandaag gesupprimeerd en voorzien van een klein halfcirkelvormig balkon met balusterafsluiting. De gevelbeëindiging bestaat uit een (omlopende) verspringende houten kroonlijst op tandlijst. De overige gevels zijn eveneens eenvoudig van uitwerking en vertonen geen decoratieve elementen.
Het voorheen bepleisterde en beschilderde koetshuis is gelegen ten zuidwesten van het landhuis en telt vier traveeën onder een half schilddak (leien) met de nok parallel aan de straat; het zou volgens literatuurbronnen opgetrokken zijn eind jaren 1830; de deels blinde rondboogarcade vertoont blauw/wit geschilderd schrijnwerk.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Tuin van de Villa Familie Van Meerbeek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Familie Van Meerbeek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215435 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.