Aannemer P. De Coninck investeerde in de Arendtraat met zes woningen, waarvan twee in neo-Vlaamse renaissance (nummers 7-9) en daartegenover vier woningen in neoclassicisme, op nummers 6-12. Het bouwdossier voor deze reeks van vier werd in 1884 opgemaakt. Nummer 6 werd onherkenbaar verbouwd, de nummers 8-12 werden vrij gaaf bewaard.

Alle huizen van het neoclassicistische ensemble kregen een andere gevelafwerking, wellicht om te voorkomen dat potentiële kopers of huurders al op het eerste zich zagen dat het hier om (goedkopere) reeksbouw ging. Alle huizen tellen drie traveeën, nummers 6 en 8 kregen twee bouwlagen, nummers 10 en 12 zijn een bouwlaag hoger, overal zadeldaken. Lijstgevels met een conventionele neoclassicistische afwerking: bepleisterd en witgeschilderd parement, houten kroonlijst op klossen en/of modillons, hardstenen plint, kordonlijsten, regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, imitatievoegen op de begane grond. Een ander vast onderdeel van een eind-19de-eeuwse neoclassicistische burgerwoning is het balkon met ijzeren leuning op de eerste verdieping, ofwel centraal (8 en 12) ofwel boven de deur (10). Telkens andere decoratie, met op nummer 8 imitatievoegen als omlijsting van het centrale deurvenster op de verdieping, op nummer 10 pilasters met kapitelen tussen de bovenvensters, op nummer 12 accent op de centrale travee met gebogen fronton als bekroning. Deels bewaard schrijnwerk van vensters en deuren.