Dit eclectisch burgerhuis werd rond 1910 ontworpen volgens een architectuurconcept dat toen heel vaak werd gebruikt. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, dus bouwjaar en ontwerper zijn niet gekend. De architect koos voor een eclectische bouwstijl, waarbij hij het veelkleurige gebruik van de bakstenen parementen dat we kennen uit de art nouveau, combineerde met neoclassicistische decoratie en een klassieke opdeling van de lijstgevels, een eclectische aanpak die zeer typisch is voor de jaren 1910.

De woning telt drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Hardstenen plint met twee rechthoekige keldervensters, geprofileerde houten kroonlijst op klossen, muuropeningen met de aparte vormen en de veelkleurige rollagen verwijzen naar de art nouveau, decoratieve banden in witte en lichtblauwe geglazuurde baksteen, kordonlijsten en doorlopende onderdorpels in blauwe hardsteen, centraal balkon met natuurstenen balustrade. Gaaf bewaard schrijnwerk van de vensters; de deur is vervangen maar het glas in lood in het bovenlicht is bewaard.