Deze grote, statige meergezinswoning in art deco werd gebouwd rond 1928 in opdracht van Max Rabstein, die vlakbij in de Generaal Capiaumontstraat 49 woonde. Het ontwerp behoort tot het vroege oeuvre van Ceurvorst, wiens loopbaan kort na de Eerste Wereldoorlog van start ging. Een gemeenschappelijk kenmerk van zijn burgerhuizen uit de jaren 1920, is de conventionele gevelcompositie in combinatie met een discrete art-deco-ornamentatie.

De woning telt drie bouwlagen en drie traveeën, onder een leien mansardedak. Het parement van de lijstgevel is van witte natuursteen, wat de woning een klassieke, statige uitstraling geeft. Het ontwerp lijkt sterk op dat van de woning Wolf Rabstein die hij hetzelfde jaar realiseerde in de Marialei en de woning van Rompaey uit 1926 in de Jan Van Rijswijcklaan.

De compositie deelt de gevel op in een sokkel met vlak parement op een plint in blauwe hardsteen, en een bovenbouw geflankeerd door kolossale pilasters met een decoratief topstuk. De klemtoon ligt op de bel-etage, die is uitgewerkt als een bow-window met rondbogen. Hierop sluiten een balkon en een drielicht aan, met een tweelicht in de mansarde die als geveltop is uitgewerkt. Het geveldecor bestaat uit geometrisch lijstwerk, typisch gecanneleerde pilasters, en ornamenten in een historiserende art deco. Het gevernist houten vensterschrijnwerk en het art-decosmeedijzer van het balkon en de deur bleven behouden.

De woning is in twee appartementen verdeeld, met een trappenhuis in de rechter travee dat leidt naar de flat op de derde en vierde bouwlaag. Het appartement op de begane grond en de eerste verdieping heeft een interne trap links. We zien een klassieke enkelhuisindeling, met op elke verdieping een enfilade van twee of drie kamers, met keukens in de achterbouw.