Deze twee burgerwoningen werden in 1911 ontworpen in opdracht van de Berchemse Bouwhandel, als deel van een ensemble van drie huizen. De derde woning op nummer 41 kreeg ondertussen een nieuwe gevel.

Charles Wuyts, de vaste architect van de Berchemse Bouwhandel, tekende het ontwerp. Het gaat om burgerhuizen met een klassieke 19de-eeuwse indeling van de plattegrond, namelijk met een gang met trappenhuis aan één zijde, waarnaast een enfilade van salon, eetkamer en veranda en met in de achterbouw keuken en bijkeuken. De drie woningen kregen elk een andere geveluitwerking: nummer 37 in beaux-artsstijl, nummers 39 en 41 in neoclassicistische stijl. De huizen tellen drie traveeën en drie bouwlagen onder platte daken. De lijstgevels hebben een iets andere kroonlijsthoogte, maar zijn allebei bekleed met een wit natuurstenen parement, plint in blauwe hardsteen, horizontale ritmering door kordonlijsten en doorlopende onderdorpels, houten kroonlijst, centraal balkon met identieke balustrade.

Nummer 37 heeft een gevel in beaux-artsstijl, gekenmerkt door de drie gekoppelde rond- en korfbogige vensters met tussenzuiltjes op de twee verdiepingen, gedecoreerde sluitstenen, paneelwerk in de borstweringen, sierlijke omlijstingen. De verdiepingen zijn geaccentueerd door twee pilasters met versierde kapitelen en consoles. De begane grond is klassieker uitgewerkt, met korfbogige deur en twee vensters, in vlakke omlijsting met versierde sluitsteen, en van elkaar gescheiden door de verlengde consoles van het bovenliggende balkon. Goed bewaarde houten voordeur, deels beglaasd en voorzien van smeedijzeren hekwerk. In het bovenlicht van de deur en in de benedenvensters is glas in lood verwerkt in art-nouveaustijl. De ramen op de verdiepingen zijn vervangen.

Nummer 39 heeft een meer conventionele uitwerking, met een gevel die de 19de-eeuwse neoclassicistische standaarden volgt. Kenmerkend zijn daarbij de imitatievoegen op de begane grond, het centrale risaliet, de tandfries onder de kroonlijst, de rechthoekige muuropeningen, met hanenkammen boven de benedenvensters, entablementen en rond fronton boven de vensters op de eerste verdieping en de omlijstingen met sluitstukken op de bovenverdieping. Het schrijnwerk van deur en ramen is vervangen.