Ensemble van twee eclectische woningen met invloed van de cottagestijl, ontworpen in 1911 door bouwmeester Joseph Lathouwers. De woning op nummer 40 bouwde hij voor eigen rekening, en was vermoedelijk ook zijn eigen woning, gezien hij zich in die jaren concentreerde op Zurenborg. De woning op nummer 42 bouwde hij voor rekening van Frans Moeyersoms, die woonde in de Kerkstraat 40 in Mortsel.

Het zijn twee grote, bijna identieke burgerhuizen, die spiegelend tegen elkaar zijn gebouwd. De huizen hebben twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken. De brede venstertraveeën zijn bekroond door een puntgevel met houten windborden, terwijl de smalle deurtraveeën afgewerkt zijn door een rechte kroonlijst op houten stutten.

De eclectische bouwstijl die Lathouwers koos, combineert het materiaalgebruik en de belijning van de roedeverdeling in de vensters van de art nouveau met de houten windborden in de topgevels uit de cottagestijl. De gevels hebben een parement van gele baksteen, waarin witte natuurstenen en witte geglazuurde baksteen is verwerkt voor banden en rollagen boven de muuropeningen. Plint in blauwe hardsteen, waarin telkens twee keldervensters, een voetenschraper en drie treden aan de voordeur zijn verwerkt.

Klassieke indeling van de begane grond met een deur en twee vensters, segmentbogig, met rollagen en natuurstenen sluitstenen. Op de eerste verdieping een gelijkaardig venster in de smalle deurtravee, en de nadruk op de brede venstertravee met een houten, driezijdige erker (40) en een breed segmentbogig deurvenster met smeedijzeren balkon (42). Op de tweede verdieping en smal venster in de deurtravee en een breed venster met smeedijzeren borstwering in de venstertravee.

De woningen kregen de klassieke, sinds de 19de-eeuw gangbare, enkelhuisindeling. In de deurtravee de gang met het trappenhuis, in de brede venstertravee een enfilade van drie kamers, in de lagere achterbouw is er plaats voor de keuken en de badkamer.