Teksten van Meergezinswoning in art nouveau

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215592

Burgerhuis in art nouveau ontworpen door Voet ()

Meergezinswoning in art-nouveaustijl, in 1912 ontworpen door architect John Voet voor rekening van Bouwmaatschappij Voorspoed.

Bouw- en kredietmaatschappij Voorspoed, opgestart in 1910, was zeer actief in nieuwe verkavelingen zoals Sint-Mariaburg (Ekeren-Brasschaat) en Zurenborg (Antwerpen, Berchem). John Voet was de huisarchitect van de maatschappij van 1910 tot 1914. In zijn ontwerpen bediende Voet zich zowel van de klassieke beaux-artsstijl als van een eerder voorzichtige art nouveau, soms gecombineerd met de cottagestijl.

In 1911 diende Claessens voor dit perceel al een bouwaanvraag in, opgemaakt door architect Jacques De Weerdt. Het betrof een ensemble van zeven woningen op de hoek met de Uitbreidingsstraat (Velodroomstraat 45-51, Uitbreidingstraat 542-546). Het dossier bevat enkel de plattegronden, geen geveltekeningen; dit project werd wellicht niet uitgevoerd zoals voorzien, of door andere architecten overgenomen. We vinden voor de woningen van dit ensemble immers andere dossiers terug.

Opvallend is de gelijkenis met het ontwerp dat aannemers Lecluyse in 1923 tekenden voor de woning in de Velodroomstraat 23, in opdracht van V. Claessens. Zij tekenden de gevel van de woning op nummer 47 bijna identiek over, met uitzondering van het souterrain. Omdat het korfboogvenster door een erker is vervangen, valt de overeenkomst niet onmiddellijk meer op.

De meergezinswoning is een enkelhuis van drie bouwlagen op een hoog souterrain, met een smalle deurtravee en een brede venstertravee. Het bouwdossier voorzag een zadeldak; de huidige woning heeft echter een plat dak. Het parement van de lijstgevel bestaat uit witte baksteen, platvol gevoegd, in combinatie met blauwe hardsteen voor het bossagewerk in de plint, voor een aantal speklagen, voor de onderdorpels en voor de sluitstenen van de bovenvensters. De opvallendste art-nouveaukenmerken zijn het korfbogige venster met balkon op de tweede bouwlaag en het rondboogvenster van het souterrain, allebei door hardstenen tussendorpels in drie verdeeld. Het bovenlicht van de deur en de vensteropeningen op de begane grond zijn rondbogig, waarbij de deur zelf gevat is onder een hardstenen latei, waarboven nog een gedeeld bovenlicht met ijzeren latei. De bovenvensters zijn rechthoekig met ontlastingsboog, met in de brede venstertravee een gekoppeld vierlicht. Het schrijnwerk van de voordeur en de kroonlijst zijn bewaard; de ramen zijn vervangen.

De woning heeft een klassieke enkelhuisplattegrond, zoals gangbaar sinds de 19de eeuw voor de stedelijke burgerwoning. In de smalle deurtravee een gang met trappenhuis, daarnaast een enfilade twee kamers, en in de lagere aanbouw naast de kleine koer een toilet en kamer. Het ontwerp tekent één volwaardige eengezinswoning, met daarboven een huurkwartier. In het souterrain worden een eetplaats en een keuken voorzien, met achteraan een kelder. Op de verhoogde begane grond tekent Voet een opvolging van salon en eetkamer, met in de achterbouw een toilet en wasplaats. De twee verdiepingen kennen een gelijke indeling met salon, slaapkamer, toilet en badkamer.

  • S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II inventaris, 229.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/357397 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis in art nouveau ()

Deze woning werd hoogstwaarschijnlijk in 1911 ontworpen door architect Jacques De Weerdt voor Claessens. De Weerdt, die met zijn talrijke realisaties in Zurenborg een stempel drukte op de wijk, is een architect die te situeren is binnen de Antwerpse art nouveau, de bouwstijl die hij ook voor deze woning koos. Opvallend is dat hij deze bouwstijl pas vanaf 1904 toepast, en daarmee doorgaat tot in het interbellum, in een periode dus waarin de art nouveau al over haar hoogtepunt heen is.

De toewijzing aan De Weerdt kan gebeuren op basis van een bouwdossier voor een groepsbebouwing van zeven woningen op de hoek van de Velodroom- en de Uitbreidingsstraat, opgemaakt door De Weerdt voor Claessens. Omdat in het bouwdossier van dit ensemble enkel de plattegronden zijn bewaard, zonder de geveltekeningen, is het niet helemaal zeker dat De Weerdt effectief deze gevel tekende. Voor de andere woningen uit dit aangevraagde bouwproject uit 1911 vonden we immers ook andere gegevens. Het hoekpand (Velodroomstraat 51) is vervangen door een nieuwbouw, nummer 49 werd in 1922 gebouwd als een sobere eclectische woning, en van nummer 45, het huis dat de groep in de Velodroomstraat afsloot, kan het ontwerp op basis van een bouwdossier uit 1911 aan architect John Voet worden toegekend. Van de drie woningen van het ensemble in de Uitbreidingstraat 542-546, bleef het gele parement met wit-zwarte banden slechts gedeeltelijk bewaard. Daarnaast is er de zeer opvallende gelijkenis met het ontwerp dat aannemers Lecluyse in 1923 tekenden voor de woning in de Velodroomstraat 23. Zij tekenden de gevel van de woning op nummer 47 bijna identiek over, met uitzondering van het souterrain. Omdat bij de uitvoering het korfboogvenster door een erker is vervangen, valt de overeenkomst niet onmiddellijk meer op.

Op basis van de vergelijking met andere ontwerpen van De Weerdt is deze toewijzing echter aannemelijk. Zoals de meeste van de realisaties van De Weerdt, is de woning een enkelhuis van drie bouwlagen op een hoog souterrain, met een smalle deurtravee en een brede venstertravee. Binnen deze structuur worden vaste elementen gecombineerd, zoals een groot korfboograam, rondboogvensters, gekoppelde bovenlichten. Het parement van de lijstgevel bestaat uit witte baksteen, platvol gevoegd, in combinatie met blauwe hardsteen voor het bossagewerk in de plint, voor een aantal speklagen, voor de onderdorpels en voor de sluitstenen van de bovenvensters. De opvallendste art-nouveaukenmerken zijn het korfbogige venster met balkon op de tweede bouwlaag en het rondboogvenster van het souterrain, allebei door hardstenen tussendorpels in drie verdeeld. Het bovenlicht van de deur en de vensteropeningen op de begane grond zijn rondbogig, waarbij de deur zelf gevat is onder een hardstenen latei, waarboven nog een gedeeld bovenlicht met ijzeren latei. De bovenvensters zijn rechthoekig met ontlastingsboog, met in de brede venstertravee een gekoppeld vierlicht. Het schrijnwerk van de voordeur en de kroonlijst zijn bewaard; de ramen zijn vervangen.

De woning heeft een klassieke enkelhuisplattegrond, zoals gangbaar sinds de 19de eeuw voor de stedelijke burgerwoning. In de deurtravee een gang met trappenhuis, daarnaast een enfilade van salon, eetkamer en veranda, en in de lagere aanbouw een aantal kamers waaronder keuken en pomphuis.

  • S.N. 2013: Herwaarderingsplan Zurenborg, deel II inventaris, 229.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 956 # 3159.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning in art nouveau [online], https://id.erfgoed.net/teksten/148782 (geraadpleegd op ).