Ensemble van twee onderkelderde woningen in spiegelbeeldschema, gebouwd in opdracht van Jules Beké naar ontwerp van architect Georges De Vloed (Melle) van 1938, opgetrokken in modernistische interbellumarchitectuur met parement van gele baksteen in halfsteensverband op een plint van rode baksteen. De woonhuizen van elk twee traveeën zijn twee bouwlagen hoog onder een leien pseudo-mansardedak met twee dakkapellen. Typerende elementen zijn de horizontale accenten door de dieperliggende horizontale voegen, brede rechthoekige vensters met geglazuurde tegeldorpels, doorlopende rollaag boven de vensters, de vernieuwde kroonlijst, en de licht uitspringende gevelvlakken. Contrasterend verticaal accent door de hoger oplopende linker deurtravee (nummer 63) met kenmerkende verticale lichtstrook van trappenhuis en oculus erboven van zolderverdieping. De vensteropeningen zijn voorzien van vernieuwd schrijnwerk, met uitzondering van het benedenvenster van nummer 65. De twee inspringende deuren worden gemarkeerd door één afgeronde dagkant en hebben nog de originele deur met beglaasd paneel en ijzeren rooster. De deur van nummer 63 wordt geflankeerd door een rond zijlicht voorzien van kruisvormig traliewerk. Aan beide deuren zijn eenvoudige voetschrapers ingewerkt en voorziening voor een buitenkraantje.