Het domein Baverik is opgericht door de broeders van de Heilige Hiëronymus-Emiliani of hiëronimieten van Sint-Niklaas als recreatie- en bezinningsoord voor retraites, vormingen en opleidingen. Het gebouw, gelegen in een groen bosrijk domein van 2,5 hectare, is ontworpen in 1965 door architect François J.T. Van de Velde (Berchem), op het bouwplan gesigneerd C. Van de Velde. De goedgekeurde plannen werden bij de opbouw niet volledig gevolgd. Ten noorden van het gebouwencomplex is een onregelmatige vijver aangelegd met een betonnen brugje. Het gebouw is een goed en zeldzaam bewaard voorbeeld van een recreatie- en bezinningsoord in een hedendaagse naoorlogse architectuur met artistieke kwaliteiten, gebouwd in 1965 in een groene rustgevende omgeving, en is in functioneel opzicht een representatief voorbeeld van een sociaal-cultureel fenomeen uit de tweede helft van de 20ste eeuw. Het complex verkeert nog grotendeels in zijn originele staat.

Het recreatie- en bezinningsoord beslaat een onconventionele complexe plattegrond met een halfcirkelvormig op het zuidoosten gericht hoofdgebouw met een aaneenschakeling van 14 slaapkamers, die toegankelijk zijn via een achterliggende omlopende gang, op het bouwplan aangeduid als overdekt terras, en die alle ook voorzien zijn van een buitendeur naar het terras. Het terras is cirkelvormig aangelegd rondom een ronde vijver en is belegd met flagstone met grasvoegen. Ook de andere terrassen rondom het gebouwencomplex zijn met flagstone gedekt en ook in het interieur is flagstone als bevloering gebruikt.

Daaraan verbonden is een opvallend rond volume aangebouwd hoger opgetrokken tot een belvedère op de verdieping, toegankelijk via een betonnen buitentrap. Aansluitend ten westen een tweede halfcirkelvormige aanleg, met de belvedère verbonden via een zitplaats, en ten noorden een kapel met een ronde plattegrond. De éénlaagse gebouwen van baksteen zijn afgedekt door licht hellende betonnen daken. De naar het terras geopende gevel van het gebouw met de slaapkamers kenmerkt zich door de opeenvolging van 14 traveeën van de kamers met tussenliggende bakstenen penanten, geflankeerd door twee smalle deurtraveeën. Elke volledig beglaasde travee bevat in een gespiegelde opstelling een raamvak en een buitendeur met houten schrijnwerk. Het aangebouwde rond volume met belvedère op de verdieping, is op de begane grond ingericht met een zitkuil rondom een ronde open haard. De kleine ronde kapel bereikt men via een korte gang (sacristie). Het bakstenen gebouw is afgedekt met een licht hellend plat dak. Vier vensters in halve ellipsvorm met loden waterslag en spuwer zijn aangebracht vlak onder de daklijst aan de westzijde, aan de oostzijde is een gevelhoog venster geplaatst. Het sfeervolle intieme interieur is voorzien van dezelfde vloeren in flagstone die overal in het complex aanwezig zijn. Een omlopende zitbank is geplaatst onder de hooggeplaatste vensters.