Deze langs de weg gelegen veldkapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van ’t ievere velt, vermoedelijk een vervorming van Van Dievenveld. Arnoldus Smets en Maria Van den Panhuysen lieten deze tekst in 1750 in een steen beitelen die in de geveltop werd geplaatst. Momenteel is de tekst door verwering niet meer leesbaar. Naar verluidt werd de kapel opgericht uit dank na drie jaar Franse bezetting tijdens de Oostenrijkse periode of door een belofte gedaan door een moeder wanneer haar twee zonen zich zouden verzoenen. De kapel is in ieder geval aanwezig op de Joriskaart van 1767 (Wandkaarten van het hertogdom Aarschot). Momenteel bevindt de kapel zich in verwaarloosde toestand.
De met schijnvoegen gecementeerde en witgeschilderde pijlerkapel klimt op tot de 18de eeuw. Ze is opgetrokken uit baksteen op een rechthoekige plattegrond onder een zinken zadeldak met de nok parallel aan de straat. De voor- en achtergevel zijn uitgewerkt als een gebogen topgevel met tuitvormig topstuk. In de noordwestgevel is er een korfboognis, gevat in een zandstenen omlijsting en afgeschermd door een ijzeren hek; rechts bleef de offergleuf bewaard. Inwendig is de momenteel lege nis geplafonneerd en voorzien van een rood tegelvloertje. Hogerop bevindt zich de hoger vermelde gevelsteen.
- WOUTERS V. 1998: Legendarisch en Vroom Hageland, Van vermaard Bedevaarstoord tot eenvoudige Veldkapel in het Hageland en Vlaams-Brabants Haspengouw, Leuven, 182.