Beeldbepalende hoekinplanting, bestaande uit een reeks burgerhuizen in neoclassicistische stijl van omstreeks de vorige eeuwwisseling. In 1900 wordt op het kadaster de verkoop geregistreerd van een stuk grond ('hof'), eigendom van de stad Tienen, aan 'Stas Ioannes, nijveraar Thienen, en Stas Maria-Theresia, nijveraarster Thienen', die aansluitend op dit perceel drie woningen lieten bouwen, mogelijk als opbrengstwoningen in de stationsbuurt die op dat ogenblik vermoedelijk volop in ontwikkeling was.
De oorspronkelijke bouwplannen zitten niet in het stadsarchief, wel bleef er een aanvraag bewaard van 7 april 1900 voor het plaatsen van een balkon aan het hoekpand nummer 1. Er bleef ook en aanvraag bewaard voor de garage van nummer 5 ter vervanging van twee souterrainvensters naar ontwerp van architect A. Stockmans van 1958.
Het hoekpand (nummer 1) valt op door zijn groot volume van drie bouwlagen onder een lessenaarsdak; het telt twee traveeën, een afgeschuinde hoek en zeven traveeën. De grotendeels met schijnvoegen bepleisterde en licht grijs geschilderde lijstgevels worden horizontaal geaccentueerd door puilijsten, doorgetrokken onderdorpels en een hoofdgestel bestaande uit een decoratief uitgewerkte fries in combinatie met een boogfries en een verspringende houten kroonlijst. Enkele risalieten zorgen voor de verbreking van het effen gevelvlak. De begane grond wordt geopend door overwegend steekbogige vensters in een vlakke omlijsting met sluitsteen en guirlande; elders gaat het om rechthoekige vensters in een vlakke omlijsting. Het schrijnwerk werd integraal vernieuwd, met uitzondering van de deur aan de Leuvenselaan. De afgeschuinde hoektravee wordt gemarkeerd door een rechthoekige deur met rondbogig bovenlicht, geflankeerd door decoratief uitgewerkte hardstenen pilasters ter ondersteuning van de vlakke rondboogomlijsting van het bovenlicht, eveneens voorzien van een sluitsteen en guirlande; het bekronende deurvenster heeft een balkon op voluutconsoles en een fraai uitgewerkte ijzeren balkonleuning.
Het uitzicht van de twee aanpalende burgerhuizen (nummers 3 en 5) sluit aan bij het hoekpand; het betreft breedhuizen, elk drie traveeën en twee bouwlagen met souterrain onder een mansardedak met dakvensters onder driehoekig fronton. Terwijl het accent van nummer 5 ligt op het centrale deurvenster met balkon (zoals de hoektravee van nummer 1) op de bovenverdieping, vertoont het nummer drie op dezelfde plaats een rechthoekige erker; het oorspronkelijke souterrain is in beide panden verbouwd tot garage, het nummer 5 in 1958 naar ontwerp van architect A. Stockmans. Het schrijnwerk is met uitzondering van de deuren vernieuwd.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Tienen, afdeling II (Tienen), sectie F, 1900/10.
- Stadsarchief Tienen, dossier 7668, bouwvergunning 28.01.1958.