Neoclassicistisch landhuis uit 1906, in zijn huidige vorm tot stand gekomen na aanpassings- en uitbreidingswerken aan ouder volume uit het laatste kwart van de 19de eeuw, met omliggend park in late landschappelijke stijl, van circa 6 hectare; grotendeels vernield door de aanleg van een motorcrosscircuit.
Neoclassicistisch landhuis, oorspronkelijk omgeven door een park van nagenoeg 6 hectare, aangelegd in late landschappelijke stijl, sedert 2005 omgevormd tot wijngaard. Het landhuis zelf dateert in zijn huidige vorm uit het begin van de 20ste eeuw en is ingeplant op het hoogste punt in de omgeving: de ‘Haksberg’ of soms ook ‘Haeckelberg’ of ‘Ackberg’ genaamd. Deze heuvelrug geniet in archeologische kringen enige faam als vindplaats van prehistorische artefacten en is op heden toegankelijk via een dreef vanaf de Oudenbosstraat te Rillaar (Aarschot). Zowel uit de kaarten als uit de kadastrale leggers blijkt dat het grootste deel van dit massief bedekt was met dennenbestanden, die rond 1900 voor minstens de helft werden gerooid. Het kasteeldomein vormt als het ware een Tieltse enclave op grondgebied Rillaar en is van Tielt afgesneden door de autosnelweg E314.
Het perceel kreeg zijn eerste bebouwing op het einde van de 19de eeuw. In 1897 werd op het kadaster immers een nieuw gebouw geregistreerd waarvan het volume overeen kwam met de huidige inkomvleugel geflankeerd door de haakse volumes. In 1906 werd dit volume vergroot door de toenmalige eigenaar Jules De Becker, een advocaat uit Sint-Joost-ten-Node. De vergroting bestond vermoedelijk uit de uitbreiding met het huidige torenvormige volume, de aanbouw onder mansardedak in de zuidwestelijke hoek en de veranda; het zo tot stand gekomen landhuis wordt op een oude prentkaart bestempeld als Kasteel Onze-Lieve-Vrouw. Het dienstgebouw, gelegen ten zuidwesten van het landhuis werd eveneens geregistreerd als nieuwbouw in 1907; aansluitend liet Jules De Becker het omringende park van bijna 6 hectare aanleggen in een late landschappelijke stijl.
Het bepleisterde, neoclassicistische kasteel dat door De Becker werd opgetrokken bestond uit een langgerekt volume van één bouwlaag onder zadeldak met een vooruitspringende inkompartij, aan de ene zijde uitlopend in een vierkant volume van twee bouwlagen onder schilddak, aan de andere zijde in een L-vormige uitbouw van eveneens twee bouwlagen met een mansardedak en een torentje en een (achteraf gedichte) galerij.
Het sterk gerenoveerd neoclassicistisch landhuis bestaat uit een centraal volume van één bouwlaag onder zadeldak met gekanteeld inkomrisaliet in het midden. Dit volume is georiënteerd naar het noorden en wordt aan weerszijden geflankeerd door een haaks volume van twee bouwlagen onder tentdak. Dit gedeelte vormt vermoedelijk het oudste deel van het landhuis en werd op het kadaster ingetekend in 1897 Het bijkomende torenvormige volume van drie bouwlagen onder hoog schilddak met pirons tegen de westgevel en de aanbouw onder mansardedak in de zuidwestelijke hoek mogen vermoedelijk beschouwd worden als de vergroting die geregistreerd werd in 1907. Het geheel is volledig onderkelderd. Recente veranda tegen de zuidelijke gevel.
Voortgaande op oude prentkaarten en de mutatieschetsen van het kadaster bleef het volume van 1907 grosso modo behouden. De met schijnvoegen bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels worden geopend door eenvoudige rechthoekige, doch gevarieerde muuropeningen en horizontaal geritmeerd door een grijsgeschilderde puilijst en omlopende houten kroonlijsten op klossen. Meerdere architecturale details, zoals vensterluiken en ijzeren nokbekroning, zijn vandaag verdwenen. De aanbouw onder mansardedak behield twee oeils-de-boeuf en een decoratief uitgewerkte zuidgevel met panelen op de begane grond en een blinde rondboogarcade op de bovenverdieping.
Het interieur werd volledig aangepast en behield geen oorspronkelijke elementen met uitzondering van enkele troggewelven in de kelder.
Het domein was toegankelijk via een dreef vanaf de huidige Oudenbosstraat te Rillaar. Het kasteel nam een centrale positie in op het hoogst gelegen punt in een open ruimte. De toegangsdreef liep langs de westzijde van het kasteel en vertakte in een reeks van lussen die het hele park ontsloten. In het zuidwesten van het domein werd een kleine vijver aangelegd. Rond 1980 werd een motorcrossparcours in het domein aangelegd, waardoor een groot gedeelte van het park aangetast werd. Naar aanleiding van de aanleg van de A2-autosnelweg werd in dezelfde periode niet alleen de omgeving maar ook het domein zelf ernstig beschadigd. Zo werd onder meer grond gestort in de vijver. Terwijl het kasteel stond te verkrotten, werd het dienstgebouw ten zuiden van het kasteel omgebouwd tot cafetaria. Bij een recente afbraak en heropbouw van het kasteel verdwenen tal van interessante architecturale details, bijvoorbeeld een gekleurd glasraam en het smeedwerk dat de nok sierde. Door de brutale reliëfwijzigingen en de overvloed van circuitmeubilair (afsluitingen, bewijzering, reclamepanelen...) heeft het domein het grootste gedeelte van zijn waarde verloren. Alleen aan de noordzijde van het kasteel is nog iets van het park bewaard. Het bosplantsoen dat het domein visueel afschermt is afwisselend opgebouwd uit Amerikaans eik (Quercus rubra) en gewone beuk (Fagus sylvatica), bomen met stamomtrekken tot 150 centimeter. Van de sierbomen rest er alleen een groepje van vier mammoetbomen (Sequoiadendron giganteum) aan de rand van het gazon ten noorden van het kasteel, en een vijfde, (in 1998) zieltogend exemplaar aan de zuidzijde van het kasteel, met stamomtrekken tussen 302 en 395 centimeter (standaard gemeten op 150 cm hoogte). Langs de oprijlaan staan nog twee massieve Pontische rododendron (Rhododendron ponticum) en enkele oudere Amerikaanse eiken - mogelijk restanten van een dreefbeplanting.
Deze tekst is een samenvoeging van de teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. & Kennes H. 2019: Kasteeldomein Haksberg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313205 (geraadpleegd op ).
Neoclassicistisch landhuis, oorspronkelijk omgeven door een park van nagenoeg 6 hectare, aangelegd in late landschappelijke stijl, sedert 2005 omgevormd tot wijngaard. Het landhuis zelf dateert in zijn huidige vorm uit het begin van de 20ste eeuw en is ingeplant op het hoogste punt in de omgeving en toegankelijk via een dreef vanaf de Oudenbosstraat te Rillaar (Aarschot). Het kasteeldomein vormt als het ware een Tieltse enclave op grondgebied Rillaar en is van Tielt afgesneden door de autosnelweg E314.
Het perceel kreeg zijn eerste bebouwing op het einde van de 19de eeuw; in 1897 werd op het kadaster immers een nieuw gebouw geregistreerd waarvan het volume overeen kwam met de huidige inkomvleugel geflankeerd door de haakse volumes. In 1906 werd dit volume vergroot door de toenmalige eigenaar Jules De Becker, een advocaat uit Sint-Joost-ten-Node; de vergroting bestond vermoedelijk uit de uitbreiding met het huidige torenvormige volume, de aanbouw onder mansardedak in de zuidwestelijke hoek en de veranda; het zo tot stand gekomen landhuis wordt op een oude prentkaart bestempeld als Kasteel Onze-Lieve-Vrouw. Het dienstgebouw, gelegen ten zuidwesten van het landhuis werd eveneens geregistreerd als nieuwbouw in 1907; aansluitend liet Jules De Becker het omringende park aanleggen in een late landschappelijke stijl.
Sterk gerenoveerd neoclassicistisch landhuis bestaande uit een centraal volume van één bouwlaag onder zadeldak met gekanteeld inkomrisaliet in het midden; dit volume dat georiënteerd is naar het noorden wordt aan weerszijden geflankeerd door een haaks volume van twee bouwlagen onder tentdak; dit gedeelte vormt vermoedelijk het oudste deel van het landhuis en werd op het kadaster ingetekend in 1897; het bijkomende torenvormige volume van drie bouwlagen onder hoog schilddak met pirons tegen de westgevel en de aanbouw onder mansardedak in de zuidwestelijke hoek mogen vermoedelijk beschouwd worden als de vergroting die geregistreerd werd in 1907. Het geheel is volledig onderkelderd. Recente veranda tegen de zuidelijke gevel.
Voortgaande op oude prentkaarten en de mutatieschetsen van het kadaster bleef het volume van 1907 grosso modo behouden. De met schijnvoegen bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels worden geopend door eenvoudige rechthoekige, doch gevarieerde muuropeningen en horizontaal geritmeerd door een grijsgeschilderde puilijst en omlopende houten kroonlijsten op klossen; meerdere architecturale details als vensterluiken en ijzeren nokbekroning zijn vandaag verdwenen. De aanbouw onder mansardedak behield twee oeils-de-boeuf en een decoratief uitgewerkte zuidgevel met panelen op de begane grond en een blinde rondboogarcade op de bovenverdieping.
Het interieur werd volledig aangepast en behield geen oorspronkelijke elementen met uitzondering van enkele troggewelven in de kelder.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 2013: Kasteeldomein Haksberg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/149774 (geraadpleegd op ).
Park in late landschappelijke stijl, circa 6 hectare, aangelegd rond in 1906 gebouwd neoclassicistisch kasteel; grotendeels vernield door de aanleg van een motorcrosscircuit.
Jules De Becker, advocaat uit Sint-Joost-ten-Node, bouwde in 1906 op de Haksberg een huis dat nog maar enkele jaren oud was om tot 'kasteel' en legde daarrond een park aan van bijna 6 hectare. Het terrein vormde min of meer een enclave van Tielt in het grondgebied Rillaar op het tot dan toe dicht beboste Diestiaan massief tussen Tielt en Rillaar, waarvan de Haksberg (soms Haeckelberg of Ackberg) deel uitmaakt. Deze heuvelrug geniet in archeologische kringen enige faam als vindplaats van prehistorische artefacten. Vermeersch signaleert in de directe omgeving van het kasteel een aantal sites van het "neolithiserend mesolithicum", waarvan er twee "zeer belangrijk" worden geacht. Zowel uit de kaarten als uit de kadastrale leggers blijkt dat het grootste deel van dit massief bedekt was met dennenbestanden, die rond 1900 voor minstens de helft werden gerooid (vergelijk de militaire topografische kaarten van 1893 en 1908).
Het bepleisterde, neoclassicistische kasteel dat door De Becker werd opgetrokken bestond uit een langgerekt volume van één bouwlaag onder zadeldak met een vooruitspringende inkompartij, aan de ene zijde uitlopend in een vierkant volume van twee bouwlagen onder schilddak, aan de andere zijde in een L-vormige uitbouw van eveneens twee bouwlagen met een mansardedak en een torentje en een (achteraf gedichte) galerij. Het domein was toegankelijk via een dreef vanaf de huidige Oudenbosstraat te Rillaar. Het kasteel nam een centrale positie in op het hoogst gelegen punt in een open ruimte. De toegangsdreef liep langs de westzijde van het kasteel en vertakte in een reeks van lussen die het hele park ontsloten. In het zuidwesten van het domein werd een kleine vijver aangelegd.
Rond 1980 werd een motorcrossparcours in het domein aangelegd, waardoor een groot gedeelte van het park aangetast werd. Naar aanleiding van de aanleg van de A2-autosnelweg werd in dezelfde periode niet alleen de omgeving maar ook het domein zelf ernstig beschadigd. Zo werd onder meer grond gestort in de vijver. Terwijl het kasteel stond te verkrotten, werd het dienstgebouw ten zuiden van het kasteel omgebouwd tot cafetaria. Bij een recente afbraak en heropbouw van het kasteel verdwenen tal van interessante architecturale details, bijvoorbeeld een gekleurd glasraam en het smeedwerk dat de nok sierde. Door de brutale reliëfwijzigingen en de overvloed van circuitmeubilair (afsluitingen, bewijzering, reclamepanelen...) heeft het domein het grootste gedeelte van zijn waarde verloren. Alleen aan de noordzijde van het kasteel is nog iets van het park bewaard. Het bosplantsoen dat het domein visueel afschermt is afwisselend opgebouwd uit Amerikaans eik (Quercus rubra) en gewone beuk (Fagus sylvatica), bomen met stamomtrekken tot 150 centimeter. Van de sierbomen rest er alleen een groepje van vier mammoetbomen (Sequoiadendron giganteum) aan de rand van het gazon ten noorden van het kasteel, en een vijfde, (in 1998) zieltogend exemplaar aan de zuidzijde van het kasteel, met stamomtrekken tussen 302 en 395 centimeter (standaard gemeten op 150 cm hoogte). Langs de oprijlaan staan nog twee massieve Pontische rododendron (Rhododendron ponticum) en enkele oudere Amerikaanse eiken - mogelijk restanten van een dreefbeplanting.
Bron: DENEEF R. 2002: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Vlaams-Brabant: Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge, Brussel: Vlaamse Overheid. Onroerend Erfgoed.
Auteurs: Deneef, Roger
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Deneef R. 2002: Kasteeldomein Haksberg [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313204 (geraadpleegd op ).