Multifunctioneel complex bestaande uit een hotel en appartementen, ontworpen door de architect Marc Dessauvage. De bouw in samenwerking met ingenieur Jef Allewaert, het studiebureel Buro Roland De Brock, binnenhuisontwerper Fred Sandra (cf. arduintegel inkom) en landschapsarchitect Paul Deroose, kwam tot stand in 1977-1983 (cf. KADOC). Bekaert en Verpoest vermelden 1973 als ontwerp- en 1975-1977 als bouwjaar. Het programma omvat het hotel van 24 kamers dat de begane grond en de middenzone van het complex beslaat, en in totaal acht appartementen links en rechts, waarvan de twee penthouseflats over een duplexniveau beschikken.
Hotel Pauwels behoort tot het late oeuvre van Marc Dessauvage, ontstaan in de periode waarin ook zijn eigen woning in Loppem tot stand komt. Dit type vastgoedproject is veeleer uitzonderlijk in het werk van de architect, die vooral naam maakte met zijn vernieuwende kerken- en kloosterontwerpen en zijn brutalistische landhuizen. In het Zoute, waar regionalistische, traditionele en 'new urban'-architectuur nadrukkelijk de toon aangeeft, vormt Hotel Pauwels een eigenzinnig modernistisch accent, getuigend van een vooruitstrevende visie op de ontwikkeling van de kustarchitectuur. Met zijn getrapte opbouw en repetitieve welvingen appelleert het gebouw op eigentijdse wijze aan de littorale sfeer van de mondaine badplaats. Het is een van de zeldzame, kwalitatieve nieuwbouwprojecten voor hotelinfrastructuur aan de Belgische Kust uit de periode 1950-1980.
Het complex vormt een vrijstaand, langgerekt bouwvolume met vijf bouwlagen en een terugwijkende dakverdieping onder een plat dak. Opgetrokken met een structuur uit gewapend beton, werd voor het parement monochroom baksteenmetselwerk met een gladde textuur in een egale, vrij donkere tint toegepast. Halfronde balkons die in een krachtige optische dynamiek aan de vier gevelzijden ontspringen, bepalen het opmerkelijk plastische karakter van deze architectuur, die verder beantwoordt aan een perfecte symmetrie, zowel in plattegrond als in opstand. Op de vier hoeken wordt het speelse effect van uitspringende segmenten nog versterkt door de balkons alternerend een kwartslag te draaien, en door ter hoogte van het penthouse terrassen uit te sparen. Waar een halfsteens metselverband is toegepast voor het opgaande metselwerk, worden de balkons extra geaccentueerd door rollagen in tegelverband. Het ritme van de balkons, dat in de middenzone accelereert – elke hotelkamer beschikt er over een balkon , beantwoordt evenzeer aan een functionele logica die de opdeling in hotelkamers en appartementen zichtbaar maakt. Het schrijnwerk is uit tropisch hardhout, de balustrades zijn uit staal. In de middenas wordt de inkompartij gemarkeerd een halfronde, met koper beklede luifel; de deurgrepen in P-vorm verwijzen vermoedelijk naar de naam van het hotel.
Waar de begane grond de gemeenschappelijke inkomhal, de hotellobby, -bar en -eetzaal omvat, groeperen de bovenverdiepingen de hotelkamers met individuele vestiaire en badkamer telkens drie aan drie rond de middengang met twee liften en noodtrappen. Deze circulatieruimte geeft op de uiteinden eveneens toegang tot de appartementen, waarvan de plattegrond is samengesteld uit een ruime woonkamer met open keuken, drie slaapkamers en een badkamer.
- BEKAERT, G. & VERPOEST, L. 1987: Marc Dessauvage 1931/1984, Wommelgem, 87-88.