Burgerhuis met ruime voortuin, volgens een bouwaanvraag van 1923 ontworpen door architect Jean Bauwens als een werkhuis voor chocoladebewerker August Larmuseau. Het werkhuis vormt een ensemble met het aanpalende, toen nieuw te bouwen woonhuis Patijntjestraat 35-37-39-39A. Volgens een bouwaanvraag van 1926 werd in opdracht van dezelfde bouwheer de werkplaats omgevormd tot een woonhuis naar ontwerp van architect Maurice Albers.
Enkelhuis van twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (pannen, nok parallel met de straat), met dakvenster onder een afgewolfd dak (leien). Rood bakstenen gevelparement in kruisverband verlevendigd met witte baksteen als horizontale banden en in de booglijsten op een arduinen plint. Brede linker venstertravee gemarkeerd door een driezijdige erker op de gelijkvloerse verdieping, onder een vernieuwde kroonlijst en bekronend balkon met ijzeren leuning. Licht getoogde vensters met arduinen lekdorpels. Grotendeels vernieuwd schrijnwerk met roedeverdeling in de bovenlichten naar oorspronkelijk ontwerp. Het venster van de bovenverdieping is voorzien van traliewerk. Wit geschilderde, houten toegangsdeur met structuurglas en een decoratief ijzeren deurrooster.
Dit huis heeft, volgens de bouwplannen, een traditionele planindeling van een enkelhuis met aansluitend salon, eetkamer en veranda in de venstertravee, geflankeerd door de gang, het trappenhuis en de keuken met aansluitend het toilet. De eerste verdieping omvat aan de straatzijde een slaapkamer en badkamer, en aan de achterzijde twee slaapkamers.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1923/P/26 & 1926/P/8.