Villa met voortuin gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1923 naar ontwerp van architect Maurice Albers in opdracht van Alfons De Brabandere. Het woonhuis werd in 1935 uitgebreid met een achterhuis. Het pand vormt een interessant straatbeeld met de aanpalende panden Patijntjestraat 33 en 35-37-39-39A.
Enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (pannen, nok parallel met de straat), waarbij de rechter venstertravee uitgewerkt is als een puntgevel onder een haaks zadeldak. Het gevelparement is opgebouwd uit rode baksteen in kruisverband, verlevendigd met witte baksteen als horizontale banden en in de booglijsten, in combinatie met een arduinen plint en lekdorpels. De venstertravee wordt gemarkeerd door een driezijdige erker op de benedenverdieping onder een vernieuwde kroonlijst en een bekronend balkon met een ijzeren leuning. De getoogde vensteropeningen zijn ingevuld met vernieuwd schrijnwerk. Op de bovenste verdieping van de venstertravee bevindt zich centraal een deurvenster. Getoogde deuropening ingevuld met een bewaarde, wit geschilderde, houten deur met rechthoekige lichten en decoratief ijzeren deurrooster, onder een bovenlicht.
Het grondplan van de gelijkvloerse verdieping is volgens het bouwplan opgebouwd als een traditioneel enkelhuis en omvat in de linker toegangstravee een vestibule met aansluitend vestiaire, toilet en trappenhuis. Rechts bevindt zich de leefruimte aan de straatzijde met daarachter de keuken, geflankeerd door een wasplaats. Achteraan bevindt zich een veranda en een linnenkamer.
Volgens een bouwaanvraag uit 1935 werd een nieuwe achterbouw gerealiseerd ter vervanging van de toenmalige serre en stallen. Het bouwvolume van twee bouwlagen onder een plat dak, bevat volgens bouwplan op de benedenverdieping een garage, keuken en stal, en op de eerste verdieping twee slaapkamers.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1923/P/1 & 1935/P/2.