Schoolcomplex in nieuwe zakelijkheid volgens een bouwaanvraag van 1938 ontworpen door architect Alfons Van de Vijver, in opdracht van de broeders van Liefde. Later uitgebreid met een eetzaal en een gebouw met turnzaal en klaslokalen naar ontwerp van architect Albert Lefebure, respectievelijk volgens bouwaanvragen van 1960 en 1975.
Behouden voorhofje aan de Patijntjestraat, afgesloten door strakke ijzeren leuningen tussen bakstenen pijlers op een arduinen voet.
De straatgevel heeft een asymmetrische compositie, bestaande uit een linker volume van zes traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak, rechts geflankeerd door een markante toegangsrisaliet van drie bouwlagen met een getrapte opbouw. Opvallend bakstenen parement van gladde gele baksteen in stapelverband, op een plint van arduin en bruin geglazuurde baksteen op hun kant. Horizontale geaccentueerd door de rechthoekige vensterregisters met aansluitende vensters met betonnen penanten onder doorgetrokken betonnen lateien en voorzien van doorlopende natuurstenen lekdorpels. Drieledige ramen met bewaard houten schrijnwerk, met guillotineramen in de zijvleugels, en een kenmerkende roedeverdeling in de bovenlichten. De twee linker traveeën zijn op de gelijkvloerse verdieping doorbroken met rechthoekige poortopeningen met dubbele deuren, horizontaal geaccentueerd door een uitkragende, betonnen luifel met rechthoekige bovenlichten in een betonnen omlijsting.
Het sterk uitspringende rechterrisaliet met verticaal uitgebouwd volume met inkom, wordt centraal gemarkeerd twee hoger oplopende muurdammen. Het bakstenen parement wordt doorbroken met zeven smalle, gekoppelde venstertraveeën over de verschillende bouwlagen, gevat in een betonnen omlijsting en simili borstweringen. Geaccentueerd, getrapt portiek met dieperliggende rechthoekige dubbele deur, voorafgegaan door drie arduinen treden.
Het origineel ontwerp van 1938 omvatte, volgens de bouwplannen, een schoolgebouw aan de straatzijde en achteraan het perceel een woning voor kloosterlingen met aansluitend een huiskapel. Het linker volume van de straatgevel bestond aanvankelijk uit vijf traveeën en twee bouwlagen. Volgens de plannen omvat dit volume op de gelijkvloerse verdieping links een doorgang tot de speelplaats, met daarnaast een dactyloruimte en drie klaslokalen. Het rechter risaliet leidt tot een monumentale hal en trappenhuis, met daarachter toegang tot een spreekkamer, portierskamer en overdekte speelplaats. De eerste verdieping van beide volumes bevat klaslokalen, de tweede verdieping van het rechter volume op dat moment een turnzaal.
De straatgevel werd in 1960 aan de linkerzijde verbreed met één travee en twee bouwlagen, in een gelijkaardige vormentaal en met soortgelijke gevelmaterialen. Het volume bevat, volgens de bouwplannen, sanitair en een overdekte speelplaats op de gelijkvloerse verdieping. Op de bovenverdieping bevindt zich de eetzaal, die ook dienst kan doen als voordrachtzaal en feestzaal, voorzien van podium en foyer.
Vermoedelijk omstreeks het einde van de jaren zestig werd het bouwvolume verhoogd met een derde bouwlaag. Volgens een bouwaanvraag van 1975, werd nadien een volume van drie bouwlagen met turnzaal en klaslokalen gerealiseerd in het verlengde van de toevoeging van 1960. Architect Lefebure respecteerde ook hierbij de bestaande architectuur en koos voor een functioneel gevelontwerp, voorzien van een geel bakstenen parement, geaccentueerd door witte beton en natuursteen, doorbroken met rechthoekige vensters, die zijn ingevuld met houten schrijnwerk.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1938/P/15, 1960/P/15 & 1975/P/14.