Woning Debaive ()

Architect Gaston Eysselinck (gevelsignatuur 'Eysselinck – Arch' links bovenaan de pui) ontwierp in 1934 deze rijwoning in nieuwe zakelijkheid voor mevrouw Debaive-Dekeyser, ter vervanging van de goedgekeurde bouwplannen die datzelfde jaar waren opgemaakt door architect R. Van de Sompel. Het aanpalende huis Patijntjestraat 44 is ontworpen door dezelfde architect. Woning Debaive neemt een opvallende plaats in binnen het oeuvre van architect Eysselinck, aangezien hij hier sterk onder invloed stond van de opdrachtgeefster en moest teruggrijpen naar een academische vormentaal en gevelarchitectuur.

Onderkelderd rijhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak. De vlak gehouden lijstgevel wordt beëindigd door een uitkragende betonnen kroonlijst en heeft een parement van rode baksteen in Noords verband op een beschilderde onderbouw. Het contrasterend materiaalgebruik wordt versterkt door een uitkragende, doorlopende natuurstenen puilijst, waardoor een derde bouwlaag wordt gesuggereerd.

Vrij gesloten gevelvlak aan de straat met een functionele compositie van de rechthoekige vensteropeningen met behouden metalen ramen. De linkertravee bevat twee hoog geplaatste vensters op beide verdiepingen. De vensters op de gelijkvloerse verdieping zijn afgeschermd met fijn uitgewerkt, decoratief ijzeren traliewerk. Centraal deurvenster op de bovenverdieping met een ijzeren balkonhek. De rechtertravee wordt gemarkeerd door een groot atelierraam, onderbroken door de puilijst. De plint is doorbroken door twee keldervensters, afgedekt met geperforeerde ijzeren platen. Centrale toegangstravee met geprofileerde dagkanten, ingevuld met een rechthoekige deur voorzien van een glazen paneel, ijzeren deurrooster en een omlijst rondboogvormig bovenlicht boven de puilijst. Links van de deur bevindt zich een voetschraper.

Het uitgangspunt van het plan was een centrale antieke kast, waardoor de verdiepingshoogte 3,8 meter bedroeg. Toch is de rationele en functionele planindeling, kenmerkend voor de rijhuizen van Eysselinck, hier aanwezig. Aan de straatzijde bevindt zich links van de inkom het toilet, en rechts een bureauruimte. Salon en eetkamer, geflankeerd door een afgesloten keuken zijn gesitueerd aan de achterzijde. Het centrale trappenhuis, dat zenitaal wordt verlicht, leidt naar de bovenverdieping, die aan de straatzijde drie smalle kamers heeft, en aan de achterzijde een grote kamer, badkamer en afzonderlijk toilet.

  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1934/P/18.
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1983: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4NC, Brussel - Gent.
  • DEMEYER H., DAENENS L. & DUBOIS M. 1978: Gaston Eysselinck, architekt en meubeldesigner (1907-1953), Gent, 40-41.
  • DUBOIS M. 1973-1974: Architekt Gaston Eysselinck, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Sint-Lucas Gent, 22.
  • DUBOIS M. 1996: De rijwoningen van Gaston Eysselinck, Vlaanderen 45.1, 33-37.

Auteurs:  Depuydt, Katrijn; Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Depuydt K. & Verhelst J. 2013: Woning Debaive [online], https://id.erfgoed.net/teksten/150279 (geraadpleegd op ).


Drie woningen in nieuwe zakelijkheid ()

Nummers 44, 43 en 143. Drie woningen in nieuwe zakelijkheid naar ontwerp van architect G. Eysselinck, respectievelijk van 1934 (nummer 44, 46) en 1937 (nummer 143).

Functionele, vlak gehouden sobere bakstenen voorgevels met vensterdoorbrekingen in het gevelvlak (metalen ramen). Voornamelijk belangrijk voor de vernieuwde interieurvisie.

  • DEMEYER H., DAENENS L. & DUBOIS M. 1978: Gaston Eysselinck, architekt en meubeldesigner (1907-1953), Gent, 40-41.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. 1983: Woning Debaive [online], https://id.erfgoed.net/teksten/150275 (geraadpleegd op ).