Langgestrekte hoeve opklimmend tot circa 1900, thans in gebruik als bergruimte. Ordonnantie: stal-woonhuis. Het erf wordt afgesloten met een naaf, kleurrijk gesmeed ijzeren hek. Zes traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen) en aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de rechterzijgevel. Stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen, op verscheidene plaatsen versteend. Gepikte plint op zeer lage bakstenen stoel. Gepikte stijlen (elf) en tussenstijlschoren: in de derde travee tegen de vierde ankerbalk en in de vijfde travee tegen de vijfde ankerbalk. Twee rechthoekige vensters, waarvan het rechtse verkleind, en een zolderluik; een woonhuisdeur en twee gekoppelde staldeuren. Verbouwde achtergevel. Pannen beschieting der linkerzijgevel.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)