Onderkelderd burgerhuis in art-nouveaustijl volgens bouwaanvraag van 1911 naar ontwerp van architect Georges Verenghen als eigen woning. De uiteindelijke uitvoering wijkt licht af van de ingediende bouwaanvraag, de op het plan voorziene dubbele vensteropening op de gelijkvloerse verdieping werd vervangen door één grote vensteropening.

Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. Lijstgevel beëindigd door een houten kroonlijst op klossen boven een versierd muurvlak in simili-pierre. Parement van witte baksteen in staand verband met accenten in wit geglazuurde baksteen op een arduinen plint met ronde verluchtingsgaten voor de kelder. Pui bekleed met blauwe hardsteen bloemenband ter hoogte van de tussendorpels. Op de begane grond korfboogvormige venster- en deuropening onder hanenkam, ingevuld met gedetailleerd uitgewerkt houtwerk en glas in lood. Naast de deuropening bevinden zich de originele brievenbus, voetschraper en een aansluiting voor een buitenkraantje. Bovenbouw met rechthoekige vensters en bewaarde roedeverdeling en glas in lood in de bovenlichten. Middenverdieping met gebogen houten erker met gemetste borstwering en bekronend balkon met ijzeren hekwerk. Deurtravee met arduinen Frans balkon en sierlijk ijzeren hekje op de eerste verdieping en sgraffitopaneel met gestileerd bloemmotief in art nouveau op de borstwering tussen beide bovenverdiepingen. IJzeren I-balken met rozetmotieven als lateien op de bovenste bouwlaag. Smallere deurtravee verlevendigd door een console uitgewerkt in blauwe hardsteen en een sgraffitopaneel.

De plattegrond is volgens de bouwplannen opgebouwd volgens een traditioneel schema van een enkelhuis, met een bureau aan de straatzijde en achterliggende eetkamer. In een aanbouw achter de vestibule en het trappenhuis bevinden zich de keuken en een wasruimte.