Onderkelderd burgerhuis met 'tearoom' volgens bouwaanvraag van 1912 opgericht in opdracht van de heer Fr. Coutelier naar ontwerp van architect Franz Langeraert – Van de Voorde. De uitvoering wijkt af van het ingediende bouwplan. Enkelhuis met twee traveeën en drie bouwlagen onder pseudomansardedak met leien en twee dakkapellen. Lijstgevel beëindigd door een houten geprofileerde kroonlijst. Parement van gele en groene geglazuurde baksteen en plint met keldergaten in blauwe hardsteen. De gevel is versierd met twee tegelfriezen met voorstelling van waterlelies, banden van groen geglazuurde baksteen en een arduinen puilijst. Geaccentueerde brede linkertravee met trapeziumvormige erker met fijn houtsnijwerk die doorloopt over de twee bovenste bouwlagen. De erker wordt geflankeerd door twee lisenen, verrijkt met festoenen in stucwerk en verticale banden van groen geglazuurde baksteen. Deurtravee met steekboogvormige vensteropeningen onder strekse ontlastingsbogen en met decoratieve tegelvelden met bloemmotief in de borstwering. Bewaard schrijnwerk met uitzondering van het benedenvenster en de dakkapel. Naast de deur is een voetschraper.

De plattegrond van de gelijkvloerse verdieping is volgens de bouwplannen opgebouwd volgens een traditioneel schema van een enkelhuis, waarbij de tearoom en eetplaats geflankeerd worden de vestibule en trappenhuis. Naast de koer bevinden zich de keuken en een wasplaats.