Neoclassicistisch burgerhuis volgens een bouwaanvraag van 1912 opgericht in opdracht van bouwheer Richard Bertens. Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een pseudomansardedak met oeil-de-boeuf en dakkapel onder gebogen fronton. Lijstgevel onder een gekorniste, houten kroonlijst met tandlijst op klossen. Bepleisterd en geschilderd parement met imitatiebanden op de gelijkvloerse verdieping. Licht vooruitspringende venstertravee met op de gelijkvloerse verdieping gekoppelde steekboogvormige vensteropeningen, op de verdiepingen met rechthoekige vensters onder een kroonlijst en met Frans balkon op consoles. Het houten schrijnwerk van de vensters en de deur met deurrooster is bewaard gebleven. Ernaast bevindt zich een voetschraper.

De plattegrond van de gelijkvloerse verdieping is volgens de bouwplannen opgebouwd volgens een traditioneel schema van een enkelhuis waarbij de eetplaats en keuken geflankeerd worden door de vestibule. Naast de koer bevinden zich een kolenplaats en een toilet.