Vrijstaande woning, een voorbeeld van na-oorlogs modernisme met bescheiden reminiscenties aan de expo-stijl, schuin achterin gelegen en bijna verdwijnend in het groen van het hellende, beboomde bouwperceel. Volgens bouwaanvraag van 1962 werd het pand opgetrokken voor de heer en mevrouw Malengreau, naar een ontwerp van architect M. Boelens uit Vorst. In zijn huidige vorm wijkt het licht af van de vergunningsaanvraag.

Het pand is opgebouwd uit twee in elkaars verlengde gelegen, gekoppelde balkvormige volumes van twee bouwlagen onder overkragende platte daken. Het geheel is voorzien van 'crépis blanc' en is momenteel deels begroeid met klimop.

Het linkerdeel van het pand, met onregelmatige travee-indeling, heeft een vijftal vrij kleine vensters op de bovenverdieping en beneden rechts een rechthoekig inkomportaal opgebouwd uit betonplaten, eveneens doorbroken door glastegels, met daarnaast een rechthoekig venster links.

Het rechterdeel, ten gevolge van de helling van het terrein iets lager gelegen, heeft op de benedenverdieping een garagepoort met links ernaast een klein rechthoekig venster. De gevel is verder grotendeels blind, op een zevental volgens onregelmatig patroon ingewerkte glastegels en een klein rechthoekig venster op de eerste verdieping na.

Vermoedelijk bewaard donkerbruin houten schrijnwerk.