Eind 19de-eeuwse villa en open hooischuur achteruit gelegen ten opzichte van de straat en aangelegd in functie van de zogenaamde "wateringen". De gebouwen hebben bijgevolg een sterke samenhang met de 19de-eeuwse ontginningen van de omliggende gronden waarin de structuur van de wateringen nog zichtbaar is.

Vanaf het midden van de 19de eeuw werden in de Schootheide de "wateringen" aangelegd, voorheen was het een woest heidegebied. Sinds 1847 was het toegelaten het kanaalwater uit de nabijgelegen Zuid-Willemsvaart te gebruiken voor de bevloeiing van de woeste gronden. Na het consortium "Société Liègeoise" (zie gemeente-inleiding) kocht ook een zekere Nagant 60 hectare heide in de nabijheid van het dorp Neeroeteren voor de omzetting tot wateringen (ten noorden van de grote "wateringen", zie Watering). De gronden werden meestal omgezet in hooiland. Het beschermde Luikerhuis, een dijkmeesterswoning met schuur, ten noorden in de wateringen van de "Société Liègeoise", is ook nog een bouwkundig relict als getuige van de wateringen.

De villa met schuur werd in 1898 geregistreerd op het kadaster op een daarvoor onbebouwd terrein, aan de zogenaamde "Wateringen van Nagant". De eigenaars waren ingenieur Fanciscus Nagant (uit Henegouwen) en landbouwkundige Gustaaf Adolph-Jozef Nagant (uit Neeroeteren). Een vergroting (?) van de villa met schuur werd in 1905 geregistreerd (de schuur stond weergegeven als "hangar").

De villa in een traditionele stijl met waarschijnlijk een voormalige landbouwfunctie onderging een recente renovatie. Bakstenen villa van twee bouwlagen onder een complex zadeldak (pannen). Kenmerkend zijn de gecementeerde en geschilderde banden op de gevel (verwijzend naar speklagen) en de sierankers. Getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Centraal in de gevel een driezijdige erker (mogelijk later aangebracht?) met hierboven een voormalig laadluik. De twee uiterste traveeën zijn uitspringende risalieten met op de begane grond afgeronde hoeken. In de rechtse travee poort.

De heden bouwvallige hooischuur is een open structuur met een overkragend zadeldak. Het gebinte rust op grote bakstenen pilaren. Aan de zuidzijde latere uitbreiding met afgesloten ruimtes. De oostelijke zijgevel was oorspronkelijk gesloten met een houten wand en lemen vulling. Vandaag resten daar nog de houten structuur met latjes van.