Deels onderkelderde stadswoning met bovengrondse garage van twee traveeën en drie bouwlagen, onder een zadeldak (rode pannen, nok evenwijdig met de straat), volgens een bouwaanvraag van 1960 naar ontwerp van architect Léon Maes, in opdracht van Guy Oosterlinck.
Lijstgevel met een parement van wit geglazuurde baksteen in halfsteensverband op een pui bekleed met zwarte 'labrador' marmer en smalle, wit geglazuurde tegels. De gevel wordt beëindigd door een licht uitkragende, houten kroonlijst.
Gevelbrede, licht uitspringende erker die over de bovenste bouwlagen doorloopt. Rechthoekige vensters ingevuld met houten schrijnwerk. De horizontale vensterregisters in de bovenverdieping zijn samen omlijst in een vlakke simili-omlijsting en worden beide afgesloten met een laag ijzeren traliewerk. De rechthoekige poortopening is ingevuld met een vierledige, houten poort met structuurglas en ijzerwerk. Rechts van de poort bevindt zich de dieperliggende deuropening waarvan de dagkanten bekleed zijn met blauwe hardsteen. Rechthoekige, houten deur, geflankeerd door twee zijlichten, alle met structuurglas en ijzeren deurrooster.
Volgens het bouwplan bevindt zich op de begane grond links een garage met achterliggende ruimte voor de verwarming, een opslagplaats en een atelier. Rechts bevindt zich de inkom met trapzaal en bureau. Op de eerste verdieping bevindt zich aan de linkerzijde de living met aaneensluitend de eetzaal, rechts is er een toilet, 'lavatory’, trapzaal en keuken. Op de tweede verdieping bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer en de trapzaal.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1960/G/14.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten– en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Kenneth Van Caenegem en Julie Verhelst, 2011-2012.