is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Modernistische villa
Deze vaststelling is geldig sinds
Villa in modernistische stijl, gebouwd in opdracht van Ludo (Ludovicus) Peeters, naar een ontwerp door de architect Nachman Kaplansky uit 1938. Na het verkrijgen van de bouwvergunning begin 1939, diende de architect nog een verzoek in om de bouwplannen vanwege de oriëntatie van het terrein in spiegelbeeld uit te voeren, maar zag daar uiteindelijk van af. Het bouwperceel maakte oorspronkelijk deel uit van het landgoed "Cleveland" dat twee derden van het bouwblok gevormd door Acacialaan, Beukenlaan, Eglantierlaan en Seringenlaan besloeg, en vanaf midden jaren 1920 stelselmatig werd verkaveld.
De woning Peeters behoort tot de allerlaatste gebouwen die Nachman Kaplansky in Antwerpen voltooide, vóór zijn vlucht naar Palestina bij de Duitse invasie in 1940. Van Russische nationaliteit en geboren in Polen, vestigde Kaplansky zich in 1925 vanuit Tel Aviv in Antwerpen. Waar zijn vroegst gekende realisaties al uit eind jaren 1920 dateren, bouwde hij na zijn architectuurstudies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, vanaf begin jaren 1930 een succesvolle praktijk uit in Antwerpen, gericht op een welgesteld, overwegend joods clientèle. Tot zijn belangrijkste opdrachten behoren enkele van de meest opmerkelijke modernistische flatgebouwen in de stad, zoals de "Résidence Prince Albert" uit 1936 aan het Prins Albertpark. Een karakteristiek voorbeeld van zijn burgerhuizen in gesloten bebouwing, is de woning Swart uit 1933 op de Belgiëlei. Niet bekend is of Kaplansky zijn architectuurpraktijk na 1940 in Tel Aviv heeft kunnen hervatten.
Van de vijf gekende, vrijstaande of halfopen villa’s die Nachman Kaplansky in de loop van de jaren 1930 in Antwerpen tot stand bracht, vormt de woning Peeters niet alleen de meest recente maar ook de meest atypische. Dat is vooral te wijten aan de voor zijn architectuurproductie hoogst ongebruikelijke dakstructuur, die het veeleer conventionele, eigentijds regionalistische karakter van de woning bepaalt. De overige vier villa’s, waaronder de in hetzelfde jaar ontworpen woning Estur in de wijk Elsdonck, beantwoorden zonder onderscheid aan de zuiver modernistische canon waartoe ook Kaplansky’s rijwoningen en flatgebouwen behoren, bepaald door een kubische volumetrie, bandramen en dakterrassen. Alleszins staat de eerder traditionele keuze voor een dakstructuur hier los van de bouwvoorschriften voor de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", die het gebruik van een plat dak wel degelijk toestonden. Een kenmerk dat de woning Peeters gemeen heeft met de overige Kaplansky-villa’s is het gebruik van rood baksteenmetselwerk voor het gevelparement, hier in combinatie met witte natuursteen voor de deur- en vensteromlijstingen, en eveneens rode, platte tegelpannen voor de bedaking.
Het vrijstaand ingeplante gebouw met L-vormige plattegrond, omvat twee bouwlagen onder een gehalveerd, mank schilddak, waarvan het westelijk dakvlak over een derde diepte tot het gelijkvloerse niveau is doorgetrokken. De breed uitkragende, houten kroonlijst bakent met een krachtig horizontaal accent gevels en bedaking af. Eigen aan een modernistische ontwerpreflex, weerspiegelen de opstanden en hun ordonnantie de functionele indeling van het gebouw, dat werd geconcipieerd op basis van een zuidelijke oriëntatie op de tuin. In de noordelijke straatgevel, doorbreken het inkomportaal en het grote hoekvenster van de veranda het veeleer gesloten voorkomen. Het brede vijflicht van de traphal af, waarvan de verticaliteit nog wordt versterkt door de hellingbaan van de ondergrondse garage, en de haaks aanleunende, hoog oprijzende schoorsteen, tekent zich af in de westelijke zijgevel. Tegen de oostelijke zijgevel herbergt een kleine annex het dienstportaal dat de keuken ontsluit. De breed opengewerkte manke puntgevel aan de tuinzijde, paalt over de volledige breedte aan het ruime, ommuurde terras. Verdwenen zijn de oorspronkelijk met smeedwerk versierde inkomdeur, de lantaarn en het halfronde smeedijzeren balkonnetje erboven, en het voortuinhek met diagonaal patroon; het vensterschrijnwerk is vernieuwd, het terras aan de tuinzijde overbouwd.
Georganiseerd rond de ruime traphal, is de woning uitgerust voor inwonend personeel, met een aparte dienstingang en -trap. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond vooraan ruimte aan het inkomportaal met vestiaire, een op het ochtendlicht georiënteerde veranda wellicht gebruikt als kantoor of ontbijtkamer, en de keuken met office en dienstingang. Aan de tuinzijde strekt zich over de volledige breedte de doorlopende suite van eetkamer en het salon met open haard uit, geopend op het zuiden via terrasdeuren, en op het westen dankzij een brede raampartij. De eerste verdieping telt vier slaapkamers en de badkamer; onder het dak bevinden zich twee mansardekamers en de zolder.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Eglantierlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Modernistische villa [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215966 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.