Voornaam burgerhuis in neoclassicistische stijl op de hoek van de Van Breestraat en de Lange Leemstraat, gebouwd in opdracht van Fréderique Van den Abeele, naar een ontwerp door de architect Emile Wauters uit 1871. De bouwheer was vennoot van de op de Groenplaats gevestigde firma Rau, Van den Abeele & Cie, concessiehouder van uit Peru geïmporteerd guano. Waar de oorspronkelijke inkom zich volgens de bouwplannen en verbouwingssporen in de middentravee van de zijgevel (Lange Leemstraat) bevond, is het pand vandaag toegankelijk via een aanpalende nieuwbouwflat, opgetrokken in de vroegere tuin.

Het gebouw is representatief voor het vroegst gekende oeuvre van Emile Wauters, die volgens teruggevonden bouwdossiers tussen 1870 en eind jaren 1890 een 200-tal huizen realiseerde in Antwerpen. Aanvankelijk was Wauters vooral actief rond het Stadspark, op de Leien, en in de omgeving van Belgiëlei en Lange Leemstraat, waar hijzelf ook woonde. Later verplaatsten zijn activiteiten zich naar de nieuwe wijk Zurenborg, waar hij tientallen seriewoningen bouwde onder meer in opdracht van baron Nottebohm. Wauters was overigens zelf aandeelhouder van de in 1886 opgerichte "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", die tot doel had de woningbouw in Zurenborg te organiseren. Zijn carrière lang bleef de architect burger- en herenhuizen ontwerpen in een conventionele neoclassicistische stijl, waarvan het hotel Van den Abeele een vroeg voorbeeld is. Een meer pittoreske neotraditionele of neorenaissance vormentaal onderscheidt meerdere van zijn latere realisaties in Zurenborg, waaronder de villa’s in de Transvaalstraat, en de katholieke school in de Grotebeerstraat.

Het hoekhuis met een gevelbreedte van vier bij drie traveeën, het hoofdfront palend aan de brede Van Breestraat, omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een schilddak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met geblokte begane grond, rust op een arduinen plint. Horizontaal geleed door de geprofileerde puilijst en het klassieke hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen, legt de compositie de klemtoon op de bel-etage. Deze wordt zijde Van Breestraat gemarkeerd door een twee traveeën breed balkon met consoles en een gietijzeren hek. Verder bestaat de opstand uit regelmatige registers van rechthoekige vensteropeningen, op de bovenverdiepingen in geriemde omlijsting met oren en onderdorpel.