erfgoedobject

Burgerhuis in beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
215999
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215999

Juridische gevolgen

Beschrijving

Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van F. Van Roy, naar een ontwerp door de architect Adolphe Van Coppernolle uit 1919.

Historiek en context

Het perceel maakt deel uit van het zuidelijke bouwblok van de Van Breestraat, tussen de Lange Leemstraat en de Mechelsesteenweg, dat in 1914 haast volledig werd verwoest tijdens de driedaagse beschieting van Antwerpen door de Duitse artillerie. Dit bombardement dat in de nacht van 7 oktober begon en zonder onderbreking aanhield tot 9 oktober, deed een twintigtal grote brandhaarden in en rond de binnenstad ontstaan, waardoor ganse huizenblokken in vlammen opgingen. Op de hoek met de Lange Leemstraat bevond zich een neoclassicistische eenheidsbebouwing samengesteld uit een herenhuis met koetshuis en twee aanpalende burgerhuizen, die de percelen nummers 17, 19 en 21 besloeg. Het geheel werd volgens de bouwaanvraag uit 1870 opgetrokken door de heer L. Van den Abeele, de ontwerper noch aannemer vallen uit het bouwdossier af te leiden. De elf panden die in de Van Breestraat op de muren na uitbrandden, werden nog tijdens of kort na de oorlog binnen de bestaande perceelstructuur heropgebouwd, zeven waaronder de woning Van Roy als volledige nieuwbouw (nummers 17 tot 29), twee met behoud van de nog staande structuur achter een nieuw gevelfront (nummers 31 en 33), en twee met herstel van de gevel naar vooroorlogs uitzicht (nummers 35-37).

Opgetrokken in 1920 sluit de woning Van Roy nog aan bij het vroege oeuvre van Adolphe Van Coppernolle, wiens carrière begin jaren 1900 van start ging. Vóór 1910 paste de architect in zijn ontwerpen voor privéwoningen zowel een gematigde art-nouveaustijl als een klassiek geïnspireerde eclectische stijl toe, om zich vervolgens gedurende enkele jaren op de beaux-artsstijl te concentreren. Daarvan behoort het in 1916 ontworpen hotel De Vriendt op de Belgiëlei, tot de meest zuivere en prestigieuze uitingen. Later in de jaren 1920 liet Van Coppernolle zich opmerken met gebouwen in art-decostijl, waaronder een van de meest stijlvolle voorbeelden in Antwerpen, de club "Claridge" uit 1930 in de Anneessensstraat. Na de Tweede Wereldoorlog lijkt hij niet meer actief te zijn geweest.

Architectuur

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain, drie bouwlagen en een mansardedak (leien). De lijstgevel is afgewerkt met een similibepleistering op een arduinen plint. Asymmetrisch van opzet en nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt ter hoogte van de eerste verdieping gemarkeerd door een bow-window op consoles, met bekronend balkon. Verder affirmeren schijnvoegen en rondboogopeningen de pui als sokkel, en zijn de bovenvensters rechthoekig van vorm met afgeronde hoeken. Het geveldecor is ontleend aan de Lodewijk XIV- en de régencestijl, waarbij naast de schelpsleutels en onderdorpels van de vensters, vooral de maskerkopsleutel van de deur met ovaal bovenlicht in het oog springt, vergelijkbaar met deze van het hotel De Vriendt. Een opvallend decoratieve rol krijgt het sierlijke ijzersmeedwerk vervaardigd door het atelier Ferronnerie d’Art L. Van Boeckel uit Lier (cf. merkplaatje op de deur), dat volgens informatie van de eigenaar ook verantwoordelijk was voor trapleuning in het interieur. De vleugeldeur en waaier van het bovenlicht, het traliewerk van het souterrain en de gebogen balkonborstweringen met neorégencepatroon, gaan terug op 18de-eeuwse modellen. Het houten vensterschrijnwerk is bewaard. De gevelbekroning, in de bouwplannen een oeil-de-boeuf en dakvenster met voluten en gebogen waterlijst, werd tijdens de bouw herleid tot twee eenvoudige dakkapellen.

De plattegrond, die in een scherpe hoek wordt afgesneden door de rooilijn, beantwoordt aan de klassieke typologie van de burgerwoning, bestaande uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol. Volgens de bouwplannen bood het souterrain behalve de voorraadkelders, ruimte aan de keuken en een kinderkamer. Op de begane grond wordt de enfilade van salon, eetkamer, fumoir en terras, zoals gebruikelijk geflankeerd door de vestibule, het trappenhuis met bovenlicht en de office uitgerust met een keukenlift, waarboven een naaikamer op het niveau van de entresol. Het privésalon en de suite van slaapkamer, 'cabinet de toilette' met terras, en badkamer, beslaan de eerste verdieping. Drie overige slaapkamers waarvan een met terras, en een 'cabinet de toilette', bevinden zich op de tweede verdieping; nog een vijfde slaapkamer, een mansarde en een zolder vormen de dakverdieping.


Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215999 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.