Teksten van Ensemble van drie neoclassicistische woningen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216020

Neoclassicistisch samenstel ()

Aan de even zijde van de Grotehondstraat, tussen nummers 10 en 36, is een gave huizenrij van eind-19de-eeuwse neoclassicistische burgerhuizen bewaard, die een zeer goed beeld geven van de oorspronkelijke sfeer in Zurenborg. De huizenrij bestaat uit huizen die voor een privépersoon zijn gebouwd, afgewisseld met kleinschalige reeksbouw van investeerders.

De drie woningen op nummers 22-26 zijn een ontwerp van Ernest Dieltiëns voor de "Naamlooze Bouwmaatschappij van Burgerhuizen van het Oosten", uit 1894. Deze maatschappij werd in 1886 opgericht om Zurenborg als woonwijk uit te bouwen. Architect Ernest Dieltiëns is één van de meest bepalende architecten in de wijk. Hij realiseerde er een groot deel van zijn oeuvre. Hoewel hij in Zurenborg vooral gekend is om zijn monumentale ensembles op de Cogels-Osylei, bestaat zijn inbreng er vooral uit ensembles als deze, bestaande uit fantasierijk aangeklede neoclassicistische panden.

Het is een ensemble van drie grote neoclassicistische burgerhuizen van drie bouwlagen onder zadeldak, die met hun gevelbreedte van vier traveeën tot de breedste rijhuizen van de omliggende straten behoren. Ze kregen de typische opbouw van een driedelig samenstel mee, waarbij de centrale woning een iets hogere lijstgevel heeft. Waar de middelste woning doorgaans ook een rijkere gevelafwerking kreeg, is dit hier niet het geval.

Het gaat om bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels met hardstenen plint met keldergaten en een houten kroonlijsten op klossen en modillons. De twee centrale traveeën zijn telkens uitgewerkt als een risaliet, geaccentueerd door een breed balkon op zware consoles. De begane grond kreeg imitatiebossage; fijnere imitatievoegen op de bel-etage, die samen met de bovenverdieping opgedeeld is door doorlopende pilasters. Rechthoekige muuropeningen; de deur zit in de tweede of derde travee. Het houten schrijnwerk is grotendeels bewaard, behalve bij nummer 26.

Wellicht werden deze huizen, net als het merendeel van de woningen op Zurenborg, gebouwd als meergezinswoningen die per verdieping werden verhuurd. Het is echter niet af te lezen aan de gevel of aan de bouwdossiers of dit hier echt het geval was. De statige, verzorgde gevelafwerking beoogt de vertaling van de status van de bewoner of eigenaar, maar wordt in de grote 19de- of begin-20ste-eeuwse verkavelingen ook vaak gebruikt om de opdeling in huurverdiepingen te maskeren. Een fenomeen dat op het Zuid en in Zurenborg vaak voorkomt en de eigenheid van deze wijken bepaalt.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1894 # 957.

Auteurs:  Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van drie neoclassicistische woningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/165111 (geraadpleegd op ).


Neoclassicistisch ensemble ()

Nummers 10-36. Reeks neoclassicistische enkelhuizen van drie tot vier traveeën en twee of drie bouwlagen onder mansarde-, zadel- of plat dak, uit de laatste kwart van de 19de eeuw, nummers 12-14 gedateerd 1892. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met sterk verspringende kroonlijsten. Imitatievoegen, panelen, driehoekige en gebogen frontons, markerende driekwartzuilen (nummers 12, 14 en 16), centrale balkons en decoratief stucwerk. Rechthoekige muuropeningen, vaak in geriemde omlijsting; nummer 18 met segmentboogvensters. Identieke nummers 12-14 en 32-34, laatstgenoemde met neo-Lodewijk XVI-decoratie.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ensemble van drie neoclassicistische woningen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/165112 (geraadpleegd op ).