is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Amélie Feldheim en Secundaire afdeling ZAVO
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Amélie Feldheim en Secundaire afdeling ZAVO
Deze vaststelling was geldig van tot
Eclectische villa, min of meer centraal gelegen op de speelplaats van het Zavoscholencomplex met aaneengesloten klassenvleugels uit de jaren 1950 en 1960 ten noorden, ten westen ligt een vleugel die in gebruik werd genomen in 1981 en ten zuiden, langs de Groenstraat ligt een vleugel van 1978.
De villa, doorgaans Villa Amelie Feldheim genaamd, wordt op oude prentkaarten ook aangeduid als Château de M. Alex Feldheim. De vandaag intact bewaarde villa werd kadastraal geregistreerd als 'nouvelle construction' in 1888, in opdracht van David Alexander Feldheim-Quitmann, ‘nijveraar Saventhem’; Alexander Feldheim was gehuwd met de dochter van Amelie Quitmann, dochter van Hermann Quitmann, eigenaar van de in 1852 opgerichte Tannerie et Maroquinerie Belges, zie gemeente-inleiding. In 1906 werd de oorspronkelijke villa vergroot tot het huidige volume eveneens in opdracht van Alexander Feldheim; deze vergroting werd op het kadaster ingetekend in 1907. Het betreft het noordelijke deel onder zadeldak, waar een gevelsteen trouwens verwijst naar het bouwjaar 1906.
In 1942 werd gestart met het Sancta Maria-instituut, een beroepsschool voor meisjes. Het onderwijs dat vooral betrekking had op huishoudkunde werd toevertrouwd aan de zusters van het Heilig Hart van Maria van 's Gravenwezel. Aanvankelijk vond de school een onderkomen in de Van Dijcklaan nummer 38 in het huis van onderpastoor Hoeterickx. Een jaar later verhuisde ze naar de villa in de Watertorenlaan nummer 30. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1945 kochten de zusters de hier gelegen villa van de familie Feldheim. Tijdens de oorlog was deze villa afwisselend door Duitse en Engelse soldaten gebruikt; op 20 maart 1946 namen de zusters met de leerlingen van Sancta Maria hier hun intrek.
In 1956 werd gestart met een handelsafdeling. Een eerste schoolvleugel met zes nieuwe klaslokalen werd bijgebouwd en op 1 september 1957 in gebruik genomen; de lokalen werden ingewijd op 20 oktober 1957 door Monseigneur Janssens, zie gevelplaat. Een tweede, ten oosten aansluitende vleugel werd op het kadaster ingetekend in 1961 en de derde uitbreiding dateert van 1966. De vleugel aan de Groenstraat met gymzaal en 8 klassen werd in gebruik genomen in 1978, de vleugel langs de Diegemstraat in 1981. Door de fusie met twee andere secundaire Zaventemse scholen op 1 september 1995, groeide het Sancta-Maria-instituut tot Zavo (Zaventems Vrij Onderwijs). Na de bouw van nieuwe schoolvleugels vanaf de jaren 1950 is de villa momenteel in gebruik door de directie en het secretariaat van de secundaire afdeling van het Zavo.
De huidige eclectische villa is tot stand gekomen in twee fasen: het oudste deel, het zuidelijke, dateert van omstreeks 1888. Dit deel werd begin 20ste eeuw uitgebreid met het noordelijke deel dat qua uitzicht aansluit bij het oudste deel. De oorspronkelijke, volledig onderkelderde villa heeft een vierkante basisplattegrond en is georiënteerd naar het zuiden; het geheel telt drie traveeën en twee bouwlagen op een natuurstenen onderbouw, afgedekt door een complex kunstleien schilddak met ijzeren nokbekroning en diverse dakkapellen. Het pand is opgetrokken uit baksteen met veelvuldige decoratieve verwerking van gesinterde baksteen voor onder meer muurbanden en omlijstingen.
De zuidelijke lijstgevel wordt gemarkeerd door een centraal inkomrisaliet dat uitloopt op een tuitgevel; De fraai overluifelde rechthoekige inkom wordt voorafgegaan door een bordestrap met ijzeren leuning. In de onderbouw zitten getraliede rechthoekige keldervensters. De rechthoekige benedenvensters hebben een rondboogveld met diamantkopsluitsteen als het ware bekroond door de decoratief uitgewerkts borstweringen van de rondbogige bovenvensters, eveneens voorzien van een diamantkopsluitsteen. Het schrijnwerk bleef bewaard. De gevel wordt bijkomend horizontaal geaccentueerd door de doorgetrokken hardstenen lekdrempels, deels omlopend, de geprofileerde architraaf en de houten kroonlijst op klossen. De fries bevat een overhoekse baksteendecoratie.
De flankerende ronde toren onder leien naaldspits rechts wordt geopend door kloosterkozijnen of rechthoekige vensters; de bovenbouw is rijker uitgewerkt door middel van pseudo-kantelen en een hoofdgestel bestaande uit een geprofileerde architraaf, een fries met gedichte steigergaten en een omlopende houten kroonlijst op uitgewerkte consoles.
De oostelijke zijgevel heeft net als de hoofdgevel een centraal hoger oplopend tuitgevelrisaliet; de rest van de gevel zit verborgen achter lagere, in hoogte verspringende aanbouwsels met gelijkaardig uitzicht.
De westelijke gevel daarentegen vertoont uiterst links een tuitgevel met gevelhoge, driezijdig uitspringende erker; ook de vormgeving van de vensters, overwegend drielichten en een rondboogvenster, wijken enigszins af maar sluiten voor de rest aan bij het uitzicht elders.
Het noordelijke deel, de uitbreiding van 1906, zie gevelsteen in de noordgevel en mutatieschetsen, telt vier op twee traveeën en drie bouwlagen onder sterk overkragend zadeldak, aan de oostzijde op schoorstukken; het geheel is decoratief iets eenvoudiger uitgewerkt, doch sluit qua uitzicht grotendeels aan bij het basisvolume.
Interieur: Het oorspronkelijk interieur bleef voor een groot deel bewaard en ondanks de tijdelijke functie als school zelfs in goede toestand. Op diverse plaatsen zijn er authentieke parketvloeren, radiatoren, marmeren of houten schouwen, deuren met supraporta's, trappen, lambriseringen en stucwerk. Vrij unieke radiator met ingebouwde 'chauf plat'. Het huidige kantoor van de directeur in de uitbreiding van 1906, behield volledig zijn oorspronkelijke inrichting.
De schoolgebouwen zijn vrij eenvoudig en functioneel uitgewerkt; opvallend zijn de grote vensterregisters in functie van een goede lichtinval; de vleugel van 1957 wordt gekenmerkt door een inkom met gebogen luifel die qua vormgeving refereert aan de expostijl; rechts ervan zit een gedenkplaat met vermelding 'Sancta Maria Instituut/ eerste steen gelegd 27 okt. 1956/ ingewijd door H.H.MGR. Janssens/ 20 okt. 1957'.
Aan de zijde van de Diegemstraat is er nog een drieledig ijzeren hek tussen bakstenen hekkenpijlers, ten dele met bolbekroning. Dit hek gaf oorspronkelijk toegang tot de omringende tuin; enkele bomen van de tuin bleven bewaard in de zuidwestelijke hoek van het terrein; het aangehaalde hek ligt evenwel niet in de as van de hoofdingang.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Groenstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Amélie Feldheim en Secundaire afdeling ZAVO [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216214 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.