Neobarok burgerhuis, bestaande uit een combinatie van een topgevel links en een lijstgevel rechts. Het pand werd in 1911 geregistreerd als 'reconstruction totale' in opdracht van Jan-Baptist Carpentier-Van den Eynde, rentenier Zaventem, een naam die herhaaldelijk opduikt in het kadasterarchief.

Het geheel telt twee bouwlagen onder zadeldak met de nok parallel aan de straat en is opgetrokken uit lokale zandsteen. De begane grond links wordt gemarkeerd door twee gekoppelde rondboogdeuren met ten dele geringde hardstenen tussenzuil; het vensterregister op de bovenverdieping bevat rechthoekige vensters, voorzien van een decoratief uitgewerkt rondboogveld met sluitsteen en bekronende oculus; de flankerende pilasters zijn bekroond door een zware rolwerkconsole als het ware ter ondersteuning van de omlopende waterlijst met voluutvormige uiteinden. De geveltop wordt afgelijnd door een gebogen hardstenen kroonlijst.

Het rechterdeel met lijstgevel heeft op de begane grond een eenvoudige rondboogpoort en oculus; deze poort werd vermoedelijk later ingebracht aangezien er links nog een rollaag verwijst naar een vroegere muuropening; eenvoudige rechthoekige bovenvensters.