Vier gekoppelde panden met omheinde voortuintjes, opgevat als diephuizen van twee bouwlagen onder een vooraan afgewolfd, pannen zadeldak, uit de jaren 1920; ze werden samen met de aanpalende panden 43-45 in de Steenokkerzeelstraat kadastraal geregistreerd als 'nieuwe bouwingen' in 1924 in opdracht van Eugene Laurent Coppin, lederfabrikant en Georgina-Joseph Coppin, zonder beroep; het betreft hier dus hoogstwaarschijnlijk personeelswoningen van de leerlooierij 'Tanneries de Saventhem'. In tegenstelling tot de aansluitende arbeiderswoningen in de Steenokkerzeelstraat 47-71 zijn deze woningen rijker uitgewerkt en gaat het dus vermoedelijk om bediendewoningen.

Elk pand telt vier traveeën en omvat twee woongelegenheden in elkaars spiegelbeeld. Aan de straat: eenvoudige afgeknotte puntgevels, geopend door rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-lateien. Het enige decoratieve element zit in de overhoekse baksteenfries tussen de eerste en de tweede bouwlaag.