Deze arbeiderswoning is een op het schrijnwerk en de kroonlijst na intact bewaard voorbeeld van de lokaal veel voorkomende panden met gecementeerde lijstgevel waarbij het accent werd gelegd op de decoratieve uitwerking van de omlijstingen. Deze gevels situeren zich voor zover kon worden nagegaan door kadasteronderzoek in het laatste decennium van de 19de eeuw, maar vooral in het eerste decennium van de 20ste eeuw.

Het betreft hier een half vrijstaande woning, kadastraal geregistreerd in 1900, van twee traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat; de lijstgevel werd gecementeerd met schijnvoegen met een duidelijk onderscheid tussen eerste en tweede bouwlaag waar de imitatiestenen van een kleiner formaat zijn.

De licht getoogde vensters zijn gevat in een geriemde omlijsting met oren voorzien van festoenen en een decoratief uitgewerkte voluutsluitsteen met vruchtenslinger. Het benedenvenster is beluikt. Spiegels met diamantkoppen en rozet op de borstweringen op de tweede bouwlaag. De deur zit gevat in een entablementomlijsting met diamantkoppen en rozetmotieven.

Op de begane grond rechts zit er een gevelplaatje met verwijzing naar de cementeerder 'G. Vanderplas/ Cimenteur/ Saventhem'.