Ensemble van drie dorpswoningen met voortuintjes, twee à drie traveeën en twee tot twee en een halve bouwlaag onder pannen zadeldaken (nummer 26 onder mansardedak) met de nok parallel aan de straat. De met schijnvoegen gecementeerde lijstgevels met decoratief uitgewerkte omlijstingen zijn een typisch verschijnsel in Zaventem, voor zover door kadasteronderzoek kon worden nagegaan vooral uit het eerste decennium van de 20ste eeuw. De panden 22 en 24 werden kadastraal geregistreerd in 1905 en nummer 26 in 1907.

De nummers 22-24 vertonen een repeterend gevelschema, horizontaal geritmeerd door gecementeerde muurbanden en een houten kroonlijst op tandlijst en klossen, in nummer 24 bekleed met PVC. Het rechthoekige benedenvenster en de getoogde bovenvensters zijn gevat in een geprofileerde omlijsting met oren, een decoratief uitgewerkte sluitsteen en borstweringen. De rechthoekige deur met getoogd bovenlicht heeft een entablementomlijsting met noppenmotief. Bewaard schrijnwerk in nummer 22.

Het nummer 26 is een rijker uitgewerkte variante met een centraal getrapt dakvenster en op de begane grond imitatiemuurbanden die uitwaaieren boven de muuropeningen. Art-nouveau-getinte mozaïekvloer in de hal.