De watertoren is centraal in het Brasschaatse deel van de wijk Sint-Mariaburg gebouwd en kijkt uit op villa’s in ruime beboomde tuinen. Het opschrift in de deuromlijsting leert dat de toren werd gebouwd in 1938 door PIDPA, de Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen.
De watertoren is een gaaf bewaard, typisch voorbeeld van de manier waarop eind jaren 1930 in België watertorens werden geconcipieerd. Het is een watertoren met een koepelbodemkuip van 200 kubieke meter, opgetrokken in een betonskeletbouw op een cilindrische sokkel met een licht uitspringende kuip.
De weinig uitstekende kuip wordt vanaf het einde van de jaren 1930 verkozen boven de sterk geaccentueerde brede kuipen, die sinds de opkomst van de Intzekuip in 1880-1890 de watertorenbouw in België bepaalden. Een Intzekuip is een in oorsprong ijzeren kuip met kegelvormige bodem, die op een cilindrische of licht kegelvormige sokkel wordt geplaatst. Vanaf de jaren 1920 al probeert men het kuipgedeelte af te slanken. Men houdt van de Intzekuip alleen het centrale deel over, waardoor een koepelbodem wordt gevormd. De meeste torens van dit type dateren van het einde van de jaren 1930 en het begin van de jaren 1940. De PIDPA watertoren in Sint-Mariaburg in Brasschaat is hiervan een typisch voorbeeld.
De watertoren in Sint-Mariaburg heeft een opvallend hoge cilindrische, zuilvormige sokkel in gewapend beton met invulmetselwerk in rode baksteen. Aan de kant van de straat een inkomportaal in brede betonnen omlijsting, waarin volgend opschrift is verwerkt in art-deco-lettertype: "PIDPA PROVINCIALE EN INTERCOMMUNALE DRINKWATERMAATSCHAPPIJ DER PROVINCIE ANTWERPEN 1938". De sokkel wordt verlicht door verticale lichtstroken over de gehele hoogte. Bovenaan de sokkel een bijkomende reeks horizontale, smalle vensteropeningen. Op de sokkel, een cilindervormige koepelbodemkuip met een capaciteit van 200 kubieke meter.
- VAN CRAENENBROECK W. 1991: Eenheid in verscheidenheid. Watertorens in België, Brussel, 108, 111-112.