Deze twee modernistische woningen werden ontworpen in de jaren 1930 door architect Gerard Saenen. Nummer 33 ontwierp hij in 1934 voor zijn schoonbroer en vennoot, ingenieur Julien Roggen. Nummer 35 ontwierp hij in 1937 officieel ook voor Roggen, maar hij betrekt de woning zelf.

De twee woningen tellen twee bouwlagen onder een plat dak, met bakstenen gevels die ondertussen witgeschilderd zijn. De woningen zijn strak en hoekig van vormgeving, met een kubus als basisvolume, wat een kenmerk is van de architectuur van Saenen. Horizontale lichtstraten, overkragende dakrand. Volumespel door uitspringende erkers en terugwijkende terrassen. Verzorgde details in smeedijzer. Hekwerk storend vervangen.

De woning Roggen werd verregaand verbouwd, met grondige wijziging van het originele plan. De eigen woning van Saenen is gaver bewaard en vertoont op eenvoudige en krachtige wijze de typische kenmerken van de architectuur van Saenen. Efficiënte organisatie van de plattegrond rondom een centrale wenteltrap met bovenlicht.