Burgerhuis in een art-nouveaugetinte stijl, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1916 naar ontwerp van Frans Todt in opdracht van Laurent Verstraelen.

Deels onderkelderd enkelhuis van twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak (nok evenwijdig met de straat) met een centraal dakvenster met gebogen beëindiging. De houten geprofileerde kroonlijst op klossen wordt verborgen door een vernieuwde dakgoot. De lijstgevel valt op door het gevarieerde materiaalgebruik. Okerkleurig baksteenparement in kruisverband, verlevendigd door middel van groene geglazuurde baksteen als horizontale banden en booglijsten, op een arduinen plint. Arduin wordt eveneens gebruikt als decoratief gevelaccent, vaak uitgewerkt in een zwierige art nouveau met voluten, meer bepaald voor de markerende booglijsten, de hoekblokken van de lisenen op de bovenverdieping, de lekdorpels, de kordonlijst boven de pui en het entablement op twee modillons boven de toegang. De eerste verdieping is samen met het dakvenster gevat tussen aflijnende lisenen. Getoogde muuropeningen, met uitzondering van het rechthoekig keldervenster met smeedijzeren rooster. Het houten schrijnwerk, met typerende roedeverdeling in de bovenlichten van de ramen, is bewaard. Rechthoekige toegangsdeur met glazen paneel en ijzeren deurrooster, onder een getoogd bovenlicht ingevuld met mat glas. Rechts van de deur bevindt zich een voetschraper.

Opgevat als een traditioneel enkelhuis, omvat de woning volgens het bouwplan op de gelijkvloerse verdieping een voorplaats aan de straatzijde met achterliggende keuken, geflankeerd door de gang met het trappenhuis. Zowel de gang als de keuken bieden toegang tot een achterkeuken over de volledige perceelsbreedte, die leidt tot een kleine achterbouw met toilet, gesitueerd langs de rechterzijde van het perceel. Op de eerste verdieping bevinden zich twee kamers.