Bedevaartsoord gesitueerd op een driehoekig pleintje tussen de Machelenstraat en Kasteelstraat, dat de dreef naar het Kasteel van Olsene onderbreekt. De Mariagrot werd opgericht in het kader van de opleving van Mariadevotie, die een opgang kende sinds de verschijning van Maria aan Bernadette Soubirous in 1858 in een grot in Lourdes. Deze verering werd in Vlaanderen vanaf 1875 versterkt door de wonderlijke genezing van Pieter De Rudder in de Lourdesgrot van Oostakker. De Mariagrot in Olsene is één van de vroegste voorbeelden van een lokale interpretatie van een Lourdesgrot. Ze kwam tot stand als een schenking van de familie Piers de Raveschoot, eigenaar en bouwheer van het kasteel van Olsene. Constant Malfait, de metselaar van het kasteel, stond samen met zijn zoon Jules in voor de realisatie. Op 28 mei 1876 werd de grot ingewijd door de Gentse bisschop H.J. Bracq, zoals vermeld op een aflatenbord dat zich links voor de grot bevindt aan een bakstenen muurtje.
Publiek toegankelijk perceel met een groen karakter, omsloten door bomen en betonnen paaltjes. De grot is aan weerszijden en aan de achterzijde afgesloten met een betonnen afsluiting. Voor de grot bevindt zich een losse verharding, die dienst doet als bidruimte met zitbanken.
Imitatierots in cementmortel met een trapeziumvormige opbouw. Centraal bevindt zich een ondiepe grottoegang met kaarsstaanders en devotiebeelden, afgeschermd door een hoog ijzeren hek. Rechtsboven daarvan is er een nis met een beschilderd Onze-Lieve-Vrouwbeeld, onderaan geflankeerd door twee lantaarns. In de mortel en tegen de grotwand zijn talrijke natuurstenen en keramische tegels met dankbetuigingen verwerkt. Voor de grot staat een beeld van de knielende Bernadette op een geprofileerde sokkel, versierd met voluten en coquilles.