Bunker uit het interbellum met oorlogsmonument gelegen op de westelijke valleiflank van de Jeker in Avergat, tegenover de brug over het Albertkanaal en langs een veldweg genaamd Tiendebergweg.
Historiek
De aanleg van het Albertkanaal doorheen Kanne vond plaats tussen 1930 en 1934. Dit kanaal maakte het mogelijk Antwerpen met Luik te verbinden zonder over Nederlands grondgebied en kleinere kanalen te moeten varen. Dit kanaal moest ook een belangrijke militaire rol spelen als verdedigingslinie (de Dekkingsstelling) met als belangrijkste element het ondergronds "onneembaar" fort van Eben-Emaal ten zuiden van Kanne.
Tussen Kanne en Briegden liepen belangrijke wegen die vanuit Nederland en Duitsland België binnenkwamen en die toegang gaven tot het binnenland. Omdat Nederland had besloten zijn grenzen niet extra te verdedigen, werd de verdediging van het Albertkanaal in deze zone sterker uitgebouwd met extra antitank- en flankeringsbunkers. De Duitsers konden immers via deze wegen de forten van Luik omzeilen en in de rug aanvallen. Het fort van Eben-Emaal werd dan ook, net als de bruggen van Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne door de Duitsers gezien als belangrijke doelen om een goede doortocht te kunnen verwezenlijken.
Om de doortocht door de Duitsers te verhinderen was het belangrijk dat men de bruggen van Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne kon vernietigen bij een eventuele inval. In Kanne werden op de westelijke Jekerhellingen loopgrachten gegraven en op de helling tegenover de brug werd een antitankbunker of "bunker tegen de doorbraak" gebouwd. Deze moest de vijand van de brug weghouden en de brug laten springen indien nodig. Dit was bunker O. In Vroenhoven en Veldwezelt lagen deze antitankbunkers vlak naast de brug. Verder werden er in 1935 in Kanne nog twee flankeringsbunkers gebouwd.
Tijdens de eerste oorlogsdag op 10 mei 1940 werden de bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven snel ingenomen door een goede voorbereiding van de Duitsers. Enkel bij de brug van Kanne stootte men op meer verzet daar de Duitse zweefvliegtuigen er moeilijker konden landen. De brug van Kanne kon door het Belgische leger worden opgeblazen vanuit bunker O en op de helling ontstonden er hevige gevechten. De militaire begraafplaats van Kanne herinnert hieraan.
Beschrijving
Bunker ingebouwd in de helling aan de westelijke zijde van de brug over het Albertkanaal. De bouw van deze bunker is minder gedocumenteerd dan de bunkers van Veldwezelt en Vroenhoven. Hij beschikte over een antitankkanon van 47 milimeter en een schijnwerper. Op de bunker zijn nog bevestigingshaken aanwezig voor het aanbrengen van camouflage. Er is een schietgat aan de zijde van het kanaal. De bunker was waarschijnlijk te betreden langs de westzijde.
Op de bunker staat een eenvoudig blauw hardstenen oorlogsmonument voor de grenadiers. Het monument bestaat uit een soort obelisk met een springende graat erop, het symbool voor de grenadiers. Opschrift: "In memoriam 1940" en gesigneerd "Les chantiers de Jambes". Ten zuiden van de bunker zijn er in de hellingen nog resten van loopgraven zichtbaar.
- JANSSEN E., 2004: Dekkingstelling Albertkanaal: de bunkers tussen Kanne en Briegden, Vesting 4, 2-10.
- JANSSEN E., 2005: De Bunkers van de Grensstelling langs de Limburgse Kanalen (1934-1940), België onder de wapens 27, Erpe.
- VAN ORMELINGEN J., BATS H. & ERENS G., 2007: De westelijke Jekerhallingen in Kanne (Riemst): eeuwenoud landschap in ere hersteld, Monumenten en Landschappen 26. 4, 10-40.
- https://sites.google.com/site/oorloginlimburg/home/invasie01/invasieb/invasieb01 (geraadpleegd op 29 juli 2014).