Onderkelderd burgerhuis, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1913 naar ontwerp van architect Georges Verenghen in opdracht van Omer Lansweert. Het rijhuis sluit stilistisch en qua materiaalgebruik sterk aan bij andere woonhuizen die deze architect in dezelfde periode realiseerde in Gent, bijvoorbeeld zijn eigen woning en een burgerhuis aan de Tentoonstellingslaan.

Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak. Lijstgevel onder een verkropte, geprofileerde houten kroonlijst op klossen en uitgewerkte modillons met diamantkop. Parement van witte baksteen in kruisverband, met een geaccentueerde gevelbeëindiging met decoratief uitgewerkte kalkstenen booglijsten en panelen, gecombineerd met geglazuurde baksteen in koppenverband. De volledige pui is bekleed met blauwe hardsteen en werd fijn gedecoreerd met onder meer voluten rondom de muuropeningen, en horizontaal geleed door middel van een gebouchardeerde band en bovenaan een band met repetitieve florale motieven. De plint wordt doorbroken door twee kleine, rechthoekige keldervensters. Licht uitspringende linker venstertravee, gemarkeerd op de eerste verdieping door een gebogen, houten erker, op een blauwe hardstenen borstwering ondersteund door consoles, die doorlopen in de hardstenen tussenstijlen van het drielicht op de benedenverdieping. Het drielicht bewaart in het bovenlicht kleurrijke glas-in-loodramen. De erker wordt bekroond door een balkon met houten balkonhek, toegankelijk via een rondboogvormig deurvenster. De toegangstravee wordt op de eerste verdieping doorbroken door een rechthoekig venster met een hardstenen Frans balkon, afgesloten met ijzeren hekwerk, en op de tweede verdieping door een rondboogvenster. De vensters bewaren het houten schrijnwerk. Toegang met een rechthoekige houten, beglaasde deur, geflankeerd door twee vaste panelen, allen afgewerkt met decoratieve ijzeren roosters. Het bovenlicht van de deur is ingevuld met kleurrijk glas in lood met de uitbeelding van een lans en zwaard, opgehangen aan een strik. Rechts naast de deur is een voetschraper bewaard. In de plint, aan de linkerzijde van de deur, is een wateraansluiting aanwezig.

De plattegrond is opgevat volgens de klassieke typologie van een enkelhuis. Volgens het bouwplan omvat de gelijkvloerse verdieping het salon aan de straatzijde, met aansluitend de achterliggende eetkamer en een veranda. Deze ruimtes worden geflankeerd door de circulatie-as met vestibule en trappenhuis, die achteraan leidt tot de keuken met wasplaats. Deze achterbouw omvat eveneens een toilet en berghok, toegankelijk via het koertje.