Opvallend herenhuis in neorococostijl ontworpen in 1919 voor vlashandelaar A. Vandenbroucke door architect Charles Hoge, zie inscriptie 'L’ archcte/ Ch. Hoge' rechts boven de deur.

Onderkelderd enkelhuis van drie bouwlagen en een zolderverdieping onder pseudomansardedak (kunstleien). In- en uitgezwenkte gevel met gecementeerd en witgeschilderd parement met imitatiebanden op de begane grond en imitatievoegen op de bovenbouw. In de plint van blauwe hardsteen worden drie keldergaten afgesloten door siersmeedwerk. De geveltop is afgewerkt met rolwerk, rocaillemotieven en is bekroond met een siervaas. Per bouwlaag zijn er drie vensters met gevarieerde gebogen venstervormen met bewaard fijn uitgewerkt houtwerk in geprofileerde omlijsting. De bovenbouw is gevat tussen aflijnende kolossale pilasters met rocailleversiering onder het kapiteel. De middenverdieping wordt gemarkeerd door een afgeronde erker, haast gevelbreed, met een drielicht met verzorgd houtwerk van de gebogen tussendorpels, rustend op een geprononceerd kraagstuk met ramskop, voorzien van balusterborstwering en bekronend balkon met sierlijk smeedijzeren balkonhek. De bovenste verdieping bevat drie deurvensters aan het balkon, voorzien van geriemde vensteromlijstingen, het middenvenster met schouderboogvorm en rocaillesluitsteen. In de geveltop wordt het centraal rondboogvenster met ijzeren balkonleuning geflankeerd door ovale vensters in geriemde omlijsting, onderaan versierd met lamberkijnen. De rechter ingangstravee bevat een dubbele beglaasde ijzeren poort met kunstig smeedwerk gevat in een geprofileerde spiegelboogomlijsting met sluitsteen, en wordt geflankeerd door een voetschraper en een aansluiting voor een buitenkraantje.

Volgens het bouwplan geeft de inrijpoort toegang tot een doorgang naar een tuin, links van de doorgang is een bureau, vestiaire, en toiletten gelegen, gevolgd door het trappenhuis. Op het ontwerpplan is de trap voorzien van een smeedijzeren leuning in de stijl van het ijzerwerk in de voorgevel. Aan de tuinkant achter het trappenhuis was de keuken en een wasplaats ondergebracht. Op de bel-etage is een ruime zitkamer aan de erker voorzien en aan de tuinkant, gescheiden door het trappenhuis, een eetkamer met terras. De kelder bevat de verwarming- en steenkoolruimte en achteraan een voorraadkamer.