Burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen boven een souterrain en onder een zadeldak (pannen, nok evenwijdig met de straat), volgens de bouwaanvraag van 1930 werd een bestaand huis verbouwd voor dokter A. De Monie naar ontwerp van architect Cl. Diegerick. Het eerst gebouwde huis werd opgetrokken volgens de bouwaanvraag van 1925 in opdracht van en naar ontwerp van Edward Geirnaert. Het oorspronkelijke huis was twee traveeën breed en drie bouwlagen hoog met een lagere rechtertravee van twee bouwlagen hoog met garage op de begane grond. Bij de verbouwing van 1930 werd de lagere travee hoger opgetrokken tot vier bouwlagen met dezelfde kroonlijsthoogte als de eerste twee traveeën.
De lijstgevel van gele baksteen in kruisverband op een plint van blauwe hardsteen wordt afgelijnd door een gekorniste houten kroonlijst met klossen. Rood geblokte baksteenbanden en tot cordon doorgetrokken witte lekdrempels belijnen de gevelwand. Asymmetrische gevelopstand met respectievelijk licht uitspringende linker venstertravee, smalle deurtravee en bredere rechter travee met garagepoort op de begane grond. Rechthoekige en getoogde vensters met variërende afwerking en bewaard schrijnwerk. Venster van het souterrain met ijzeren rooster onder ijzeren I-balk met rozetten en met ontlastingsboog. Gebogen gecementeerde erker met bekronend ijzeren balkonhek. Garage met ijzeren I-latei met rozetten. Smalle rechthoekige deur met behouden schrijnwerk, rooster in art deco, bovenlicht met glas-in-loodraampjes met abstracte motieven in blauwe tinten, evenals het gebogen venster erboven. In de plint ingewerkte ijzeren voetschraper, rechts van de deur.
De oorspronkelijke woning werd volgens de bouwplannen van 1930 omgevormd tot een dokterswoning met souterrain. Het souterrain fungeert als kelder met een verwarmingsruimte en proviandruimte, rechts een garage. Op de verhoogde begane grond bevinden zich links van de centrale gang een bureau en consultatieruimte, en rechts een wachtzaal. De gang leidt naar het trappenhuis en vestiaire achter de wachtzaal. Op de tweede bouwlaag bevinden zich een salon (op het plan zogenaamd fumoir en boudoir), een slaapkamer en een keuken in de achteraanbouw. Op de bovenste verdieping bevinden zijn drie slaapkamers en een badkamer ondergebracht.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1925/A21, 1930/A/3.
- Universiteit Antwerpen, Opleiding Monumenten- en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Johanna Hermans, 2013-2014.