Onderkelderd burgerhuis gebouwd volgens de bouwaanvraag van 1922 in opdracht van Paul Libbrecht en naar ontwerp van aannemer Eugene Cansse. Hij ontwierp ook de aanpalende huizen, nummer 114-122 en nummer 126, respectievelijk in 1921 voor eigen rekening en in 1923.

Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een pseudomansardedak (leien) met twee houten dakkapellen. Lijstgevel onder een houten kroonlijst met modillons. Parement in witte geglazuurde baksteen in kruisverband met gebruik van blauwe hardsteen voor plint, gevelbanden, lateien, dorpels, en drielicht van de erker. De twee ongelijke traveeën worden afgelijnd door flankerende lisenen. De bredere linker venstertravee bevat op de middenverdieping een driezijdige erker met hardstenen drielicht en gemetste borstwering op een hardstenen console. De erker wordt bekroond door een balkon met een decoratief ijzeren balkonhek voor een drielicht met centraal deurvenster. Rechthoekige vensters, op de begane grond met vernieuwd schrijnwerk, op de bovenverdieping met bolkozijnen in de deurtravee en kruiskozijnen in de venstertravee, voorzien van bakstenen middenstijlen en hardstenen tussendorpels, geaccentueerde hardstenen lateien, en typerende bovenlichten met kleine houten roedeverdeling. Rechthoekige beglaasde, decoratief uitgewerkte ijzeren deur. In de plint, rechts naast de deur, een voetschraper, en links een aansluiting voor een buitenkraantje.

Volgens het bouwplan bevond zich links van de ingang het trappenhuis, de eetkamer, gevolgd door de keuken met schotelhuis en washuis, de eerste bovenverdieping voorzag twee ineen lopende salons en rechts, boven de ingang, een kleedkamer.