Herenhuis met afzonderlijke garage achterin de tuin, gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1913 naar ontwerp van architect G. Verenghen in opdracht van André Callier.

Monumentaal rijhuis met een asymmetrische opbouw van vier traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak (leien) met vier dakkapellen onder een gebogen fronton. Lijstgevel onder een houten kroonlijst op klossen en met tandlijst. Zorgvuldig uitgewerkt en gedetailleerd parement van kalksteen voor de bovenverdiepingen, gecombineerd met blauwe hardsteen voor onder meer de pui en met een grijze cementbepleistering in de gevelbeëindiging. Drieledige structuur links met respectievelijk poort-, deur- en venstertravee, rechts geflankeerd door een licht vooruitspringende venstertravee. Rechthoekige vensters, op de bovenverdiepingen gevat in verdiepte nissen. De eerste verdieping wordt in de deurtravee gemarkeerd door een driezijdige kalkstenen erker op doorgetrokken arduinen consoles, onder een lijst op klossen, geprofileerde kroonlijst en een betonnen balkonhek, ingevuld met ijzeren roosters. De flankerende vensters op de eerste verdieping zijn voorzien van een zwaar uitgewerkte dorpel afgesloten met ijzeren hekwerk. De uiterst rechtse travee heeft op de eerste verdieping een balkon met een kalkstenen balkonhek, steunend op arduinen consoles. De twee drieledige bovenvensters in deze travee worden verticaal geaccentueerd via fijne, ijzeren deelzuiltjes. Bewaard houten schrijnwerk en rolluiken op de benedenverdieping. De rechthoekige houten toegangsdeur met een opvallend ijzeren rooster en glazen paneel, onder een rechthoekig bovenlicht, is toegankelijk door middel van drie hardstenen treden. De poort links werd vernieuwd. Links en rechts van de deur bevinden zich respectievelijk een voetschraper en een aansluiting voor een buitenkraantje.

De gevel is verfraaid met fijn uitgewerkte, overwegend neoclassicistisch geïnspireerde ornamentiek. Dit is zichtbaar in de geometrische detaillering van lijsten, stijlen en balustrades. Florale decoratie werd aangebracht in de omlijsting van de toegang, evenals als symmetrische panelen met de uitbeelding van bloemenmanden in de borstweringen op de tweede verdieping. De rechtertravee wordt bovenaan verlevendigd met twee vierkante panelen met een geometrisch vormgegeven rozet. Deze gestileerde ornamenten worden herhaald in de gevelbeëindiging.

Het grondplan vertoont volgens het bouwplan een ruim enkelhuis, links geflankeerd door een doorrit. De inkom met flankerend parloir, leidt tot een grote hal met monumentale trap. Daarachter bevindt zich een vestiaire, een gang tot het toilet, geflankeerd door een bureau en de keuken. De rechter venstertravee omvat op de gelijkvloerse verdieping aansluitend een salon, eetkamer en veranda. Het bijgebouw in de tuin omvatte volgens het bouwplan op de gelijkvloerse verdieping naast een garage, een kamer en atelier voor de chauffeur, een tuinkamer, een linnenkamer en een werkplaats.