Rijhuis, kadastraal geregistreerd in 1927 en gebouwd in opdracht van V. Kesteman. Het vermoedelijke bouwdossier dateert van 1924, maar ontbreekt in het stadsarchief.

Enkelhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een pseudo-mansardedak (leien) met dakkapel onder gebogen lijst en met vleugelstukken, en een omlijste oeil-de-boeuf. Lijstgevel afgelijnd door middel van een brede kwartholle, geprofileerde kroonlijst. Verzorgd parement met roodgeel baksteenmetselwerk in kruisverband op een kunststenen plint in imitatie blauwe hardsteen in horizontale banden. De gevel wordt verlevendigd met een gecementeerde puilijst, horizontale banden en omlijstingen met schijnvoegen rondom de muuropeningen en als afwerking van de erker. De licht vooruitspringende, brede linker venstertravee wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een gebogen erker met drielicht, ondersteund door drie consoles waarvan de middelste groter is uitgewerkt en versierd is met acanthusbladeren, schelpmotieven en voluten. De erker wordt bekroond door een gebogen leien dakje. De rondboogvensters op de benedenverdieping en de rechthoekige bovenvensters zijn ingevuld met vernieuwd schrijnwerk. Rondboogdeur gevat in een gecementeerde omlijsting onder een gebogen kroonlijst en met een sluitsteen in de vorm van een schelpmotief met acanthus. Links naast de deur is er een voetschraper ingewerkt in de plint. Uiterst links in de plint bevindt zich een aansluiting voor een buitenkraantje.