Bijna volledig ondergrondse betonnen constructie op het gehucht Strobrugge, tussen huisnummers 10 en 16. Op de bunker zijn nu twee huizen gebouwd.
Duitse bunker opgetrokken als onderdeel van de Hollandstellung. Deze Duitse verdedigingsstelling werd tijdens de Eerste Wereldoorlog opgetrokken langs de grens met Nederland, tussen Knokke en Vrasene (Beveren). Tussen het Zwin (Knokke) en Leeskensbruggen (Maldegem) zijn de bunkers opgetrokken door het Marinekorps Flandern, vanaf Moerhuize (Maldegem) door de Etappen-Inspektion 4 (of Gruppe Gent). De zone rond Strobrugge (Maldegem) vormde een overgangsgebied. Er is een groot verschil merkbaar in de aanleg van de stelling en de bouwwijze van de bunkers in beide zones.
In een legerbevel van 12 september 1916 werd de uitbouw van de stelling tussen Fort Donaas en de vesting Antwerpen bevolen. Het Marinekorps Flandern was toen verantwoordelijk voor de uitbouw van de stelling tussen de Damse Vaart en het Afleidingskanaal bij Moerhuize, de rest van de stelling werd uitgebouwd door de Etappen-Inspektion 4.
In een legerbevel van 12 september 1916 werd de uitbouw van de stelling tussen Fort Donaas en de vesting Antwerpen bevolen. Het Marinekorps Flandern was toen verantwoordelijk voor de uitbouw van de stelling tussen de Damse Vaart en het Afleidingskanaal bij Moerhuize, de rest van de stelling werd uitgebouwd door de Etappen-Inspektion 4. Tussen Leeskensbruggen en Moerhuize werden de verdedigingswerken aangelegd ten noorden van het Leopoldkanaal en ten zuiden van het Afleidingskanaal van de Leie. Aanvankelijk werden er vooral mitrailleursposten voorzien aan de noordzijde van het Leopoldkanaal, bestaande uit bunkers met open gevechtsstellingen en flankerende mitrailleursposten. Deze laatsten werden tegen het zuidelijke talud van de noordelijke dijk van het Leopoldskanaal ingeplant. Deze verdedigingswerken werden met (dubbele) draadhindernissen met elkaar verbonden, die op bepaalde punten in noordelijke richting uitsprongen. Ten noorden van Strobrugge, meer bepaald tussen Waaktdijk tot ter hoogte van Moerhuize, vormde deze stelling een bruggenhoofd met meerdere mitrailleursposten. Ter hoogte van Moerhuize werd een verbinding voorzien tussen het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal, waar er ook twee mitrailleursposten langs de noordelijke dijk werden opgetrokken, waaronder één flankerende bunker. In Strobrugge zelf werden twee grote manschappenonderkomens voor honderd man voorzien. In de zuidelijke dijk van het Afleidingskanaal werden twee stellingen voor 5 cm kanonnen aangelegd. In latere plannen werden er ook nog eens enkele en dubbele observatieposten ten behoeve van de artillerie toegevoegd bij de mitrailleursposten.
Tussen Fort Donaas en Moerhuize werden 6 Untertreträume für je 100 Mann voorzien op belangrijke punten. Twee ervan werden opgetrokken in Strobrugge, met name nummer I, de meest oostelijke bunker, en II, de meest westelijke van de twee. Volgens het beschikbare kaartmateriaal waren beide bunkers in aanbouw in de winter van 1916/17. Een foto van het Matrosen-Artillerie-Regiment toont hoe beide grote bunkers onder aarde werden gebracht ter camouflage. Toen Strobrugge in het najaar van 1944 door de Canadese artillerie beschoten werd tijdens de zogenaamde operatie Switchback, schuilden er vele burgers in deze bunker.
Grote militaire constructie uit gewapend beton met een rechthoekig grondplan van 23,85 op 9,7 meter, met muren die minimaal één dik zouden zijn. Het dak zou 1,7 meter dik zijn. Dit type bunker bevat twee toegangen van 1,10 meter breed aan zuidelijke zijde onder schuin aflopend plafond, die uitspringen en de uiteinden vormen van één lange gang. Ter hoogte van de toegangen was een zinkputje in de vloer uitgewerkt. In de gang zouden er verlichtingsnissen zitten. In de gang geven twee doorgangen van 0,9 meter breed uit op de twee grote binnenruimtes (elk ongeveer 10 x 5 meter groot en 1,85 meter hoog) bereikt worden. De twee ruimtes zouden ook onderling met elkaar in verbinding staan via een doorgang in de scheidingsmuur. Het dak wordt per ruimte ondersteund door twee achthoekige betonnen pilaren met een doorsnede van een halve meter. In de noordelijke muur zitten enkele ronde openingen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2017: Duitse manschappenverblijfplaats [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194806 (geraadpleegd op ).
Bijna volledig ondergrondse betonnen constructie op het gehucht Strobrugge, tussen huisnummers 10 en 16.
Historische beschrijving
Dit verdedigingswerk is opgericht als onderdeel van de 'Hollandstellung', een verdedigingsstelling die de Duitse bezetter vanaf 1916 liet aanleggen uit vrees voor een geallieerde aanval vanuit het neutrale Nederland. Tussen de zee en Strobrugge (Maldegem) werd deze linie aangelegd door de Duitse marine, vanaf Strobrugge tot Vrasene door de Duitse landmacht. De zone tussen Leestjesbrugge en Strobrugge lijkt een overgangsgebied tussen beiden te vormen. De bunkers ter hoogte van Strobrugge zijn typische constructies van de Duitse marine.
Ten noorden van het Leopoldkanaal, ter hoogte van Strobrugge, was een bruggenhoofd ingericht, dat aan westelijke zijde begon bij de geschutspost ter hoogte van Waaktdijk, vervolgens noordwaarts liep tot aan de weg Strobrugge-Ede en vervolgens terugkeerde tot aan de oostelijke artilleriebunker langs het Leopoldkanaal. Behalve beide geschutsposten bestond het bruggenhoofd uit een dubbele prikkeldraadversperringen en twee kleinere bunkers.
In Strobrugge zelf, achter dit bruggenhoofd gelegen, waren twee grote bunkers opgetrokken door de Duitse marine. Het betreft een type grote 'Mannschafts Eisenbeton Unterstand' of 'MEBU', dat acht keer door de marine werd opgetrokken langs de 'Hollandstellung'. Een dergelijk grote constructie kon dienen als schuilplaats voor tientallen manschappen.
Toen Strobrugge in het najaar van 1944 door de Canadese artillerie beschoten werd tijdens de zogenaamde operatie 'Switchback', schuilden er vele burgers in deze bunker.
Beschrijving
Grote militaire constructie uit gewapend beton met een rechthoekig grondplan van 23,85 op 9,7 meter, met muren die minimaal één dik zouden zijn. Het dak zou 1,7 meter dik zijn.
Dit type bunker bevat twee toegangen van 1,10 meter breed aan zuidelijke zijde onder schuin aflopend plafond, die uitspringen en de uiteinden vormen van één lange gang. Ter hoogte van de toegangen was een zinkputje in de vloer uitgewerkt. In de gang zouden er verlichtingsnissen zitten.
In de gang geven twee doorgangen van 0,9 meter breed uit op de twee grote binnenruimtes (elk ongeveer 10 x 5 meter groot en 1,85 meter hoog) bereikt worden. De twee ruimtes zouden ook onderling met elkaar in verbinding staan via een doorgang in de scheidingsmuur. Het dak wordt per ruimte ondersteund door twee achthoekige betonnen pilaren met een doorsnede van een halve meter. In de noordelijke muur zitten enkele ronde openingen.
Naderhand werden bakstenen constructies gebouwd ter hoogte van beide toegangen. Aan westelijke zijde is een deel van het dak verwijderd, in een poging om de bunker te slopen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2015: Duitse manschappenverblijfplaats [online], https://id.erfgoed.net/teksten/175758 (geraadpleegd op ).
Manschappenbunker opgetrokken uit gewapend beton behorende tot de Duitse Hollandstellung. De linie werd opgetrokken in de periode 1916-18 door het Duitse leger dat vreesde voor een geallieerde aanval via het neutrale Nederland. De Stellung liep van Knokke tot Beveren en sloot ter hoogte van Vrasene aan bij de eveneens Duitse Stellung Antwerpen, gebouwd in dezelfde periode. De linie werd slechts zeer beperkt en lokaal in een gevechtssituatie gebruikt.
De bunker is een voorbeeld van de vernieuwende constructiewijze met gewapend beton zoals gebruikt door de Duitse zeemacht en toegepast vanaf Knokke tot Strobrugge. De grote bunker telt twee verblijven voor manschappen ondersteund door zuilen. Een geknikte gang geeft toegang tot de verblijfsruimtes.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Mertens J. 2014: Duitse manschappenverblijfplaats [online], https://id.erfgoed.net/teksten/157483 (geraadpleegd op ).