Villa in modernistische stijl, volgens de bouwaanvraag en de vermelding op de hekpijler gebouwd in 1936 door architect Franz Vandersmissen. De villa werd gebouwd in opdracht van Georges Vandersmissen, broer van de architect, naast het huis van zijn schoonouders. Links van de villa bevond zich de toegangsweg tot de erachter gelegen terreinen en de piste van de "Association Royale Athlétique La Gantoise", het voetbalstadion zogenaamd Jules Ottenstadion, hier gevestigd sedert 1920, nu in afbraak. De vrijstaande villa is ingeplant aan de rand van een diep rechthoekig perceel. De afsluiting aan de straatkant, geplaatst volgens de bouwaanvraag van 1937, bewaart enkel een bakstenen hekpijler met vermelding van architect en bouwjaar 'Arch. Franz/ Vandersmissen/ 1936 Gand'. In de voortuin is de oorspronkelijke tuinaanleg met vijvertje, zithoek en flagstones bewaard.
De volledig onderkelderde villa telt twee traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak en is opgetrokken met een parement van geelkleurig baksteenmetselwerk in combinatie met een licht uitspringende betonnen erker in sterk contrasterend kleur geschilderd. Het metselwerk in halfsteensverband vertoont de typische Dudokvoeg - dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen. De bouwlagen worden gescheiden door een rollaag. Het vrij strakke gevelontwerp wordt gekenmerkt door de licht verspringende volumes, de dekstenen als omlopende gevelbeëindiging, de licht uitspringende erker op de bovenverdieping met afgeronde hoek, waarin de badkamer is ondergebracht, de brede rechthoekige vensters met metalen ramen, tegeldorpels en rollaag als latei, en tenslotte de geprononceerde ingangspartij voorafgegaan door drie betegelde treden. De bepleisterde en geschilderde erker contrasteert met het baksteen metselwerk. De deur, met vernieuwd schrijnwerk, wordt geflankeerd door een halfzuil in geschilderde baksteen in tegelverband en een hoog smal zijlicht met twee verticale rijen geknikte glazen bouwstenen. De oostgevel is verlicht door rechthoekige vensters met ongekleurde glas-in-loodramen ter hoogte van het trappenhuis. Tegen de achtergevel aan de noordzijde is boven het lagere volume van de keuken een dakterras voorzien. De deur van de keuken met glas-in-loodraam wordt geflankeerd door twee rechthoekige vensters met ijzeren vensterkorf.
De plattegrond volgt in feite de klassieke indeling van een burgerhuis, met rechts naast de entree met trappenhuis, een salon doorlopend in een grote eetkamer, de keuken met kleine eetkamer bevinden zich aan de noordzijde achter de inkom- en traphal. De bovenverdieping telt drie slaapkamers, waarvan één beschikt over een dakterras boven de keuken, en een badkamer.
- Stadsarchief Gent, Gemeentearchief Gentbrugge, 1936/3459, 1937/3652.