Dit gedenkteken kwam er dankzij buurtbewoners en de lokale afdeling van de Nationale Strijdersbond, ter ere van de bewoners uit de Gentse 3de wijk die tijdens de Eerste Wereldoorlog het leven lieten. Het werd ingehuldigd op 23 september 1923. Na de Tweede Wereldoorlog werden de kleinere gedenkplaten aan weerszijden van het hoofdmonument opgehangen. Dit gebeurde op 14 september 1947.
Het centraal gedeelte ter ere van de Eerste Wereldoorlog is een rijkelijk uitgewerkte sculptuur. Het heeft een volledig bronzen uitzicht, versierd met accenten in bladgoud. Het geheel rust op een blauwe hardstenen sokkel. Het centrale paneel, waarop de namen van de gesneuvelden werden aangebracht, springt in het vlak vooruit. Hierdoor ontstaan aan weerszijden open nissen, waarin figuren in hoogreliëf werden opgesteld. Links ziet men een man met eenvoudige kledij, hij is op blote voeten en draagt een zak over zijn rechterschouder. Het is de voorstelling van een opgeëiste burger. De figuur in de rechternis is een soldaat. Hij kruist de armen en kijkt omhoog. Tussen zijn gekruiste armen rust een geweer met bajonet op de grond. Boven deze figuren hangt een brede banderol met tekst. Boven de linkerman lezen we 'HET LYDEN DER BAL-/ LINGSCHAP HEILIGT / HUN AANDENKEN'. Boven de soldaat hangt de tekst 'HUN STERVEN WAS / EEN OVERWINNING / OP DEN DOOD'. Hierboven werden rozen afgebeeld, eveneens in hoogreliëf, waarop een cartouche met de data '1914' en '1918'. In het veld boven het centrale naampaneel ziet men in hoogreliëf het wapen van België. Het schild : in sabel een klimmende leeuw van goud. Als schildhouders ziet men twee aanziende leeuwen. De (heraldisch) rechterleeuw draagt een scepter met het 'hand van justitie', de linkerleeuw een scepter met klimmende leeuw. Het wapenschild wordt bekroond met een koningskroon en is behangen met het keten van de orde van het Gulden Vlies. Op de sokkel van het monument ziet men een een horizontale band van geweven doornen, waaronder een grote banderol, centraal versierd met het schild met de Gentse leeuw in bladgoud. Aan beide zijkanten van dit monument hangen twee kleine, horizontale beugels, waarschijnlijk bedoeld voor het aanbrengen van vlaggen.
Op de sokkel bevinden zich de signaturen van "SEM FONDERIE CARELS DOOR BR. SAKESIJN", "INV. CORNELIS J-G GEBROEDERS - GENT 1923" en "CH. Van Hoe ciseleur".
In vergelijking met het voorontwerp zijn volgende verschillen te zien: de teksten boven de figuren zijn anders over de lijnen verdeeld; de leeuwen op de schilden zijn in het voorontwerp niet uitgewerkt; een aantal namen zijn anders gespeld (D'HOOGE en STEELANDT); er staat 1 naam meer op het voorontwerp bij de opgeëisten (TORRENS KAREL); er staat 1 naam minder op het ontwerp bij de gesneuvelden (EVERAERT LOUIS). Op de blauwdruk leest men 'De soldaat en de opgeëischte, gestorven voor het vaderland gedurende het oorlogstijdvak 1914-1918, welke voor hen slechts eenen lijdensweg was met doornen bezaaid en waarop wij de gloriebloemen plukten. Onder het kruis rusten voor eeuwig de namen der roemrijke helden der 3de sektie der Stad Gent, vereerd door de inwoners der volgende gebuurten (…/…)'.
De twee kleine, ronde panelen die het centrale monument flankeren zijn ter ere van de Tweede Wereldoorlog. Het zijn bronzen voorstellingen van doornenkransen, de namen van de gesneuvelden zijn op het omsloten veld aangebracht door middel van bladgoud. Bovenaan de kransen werd een ophanglus uitgebeeld en onder beide kransen is een veldje voor de aanduiding '1940-1945' in bladgoud. Op 1 van de gedenkplaten vindt men de signatuur "R. DE MEYER" terug.
- Stadsarchief Gent, Atlas Goetghebuer, lade 43, foto's 7 (fotodruk door De Graeve, 1923) en 8 (blauwdruk en uitleg over de samenstelling van het monument).
- Stadsarchief Gent, Fototheek Straatmeubilair, negatiefnummer 710 (overzichtsfoto).
- Stadsarchief Gent, Dossiers Stedelijke Commissie voor Monumenten en Stadsgezichten, 1425 (voorontwerp).