Aan de even zijde van de Grotehondstraat, tussen nummers 10 en 36, is een gave huizenrij van eind-19de-eeuwse neoclassicistische burgerhuizen bewaard, die een zeer goed beeld geven van de oorspronkelijke sfeer in Zurenborg. De huizenrij bestaat uit huizen die voor een privépersoon zijn gebouwd, afgewisseld met kleinschalige reeksbouw van investeerders. Statige, puntgave ensembles zijn afgewisseld met minder goed bewaarde burgerhuizen, die hun waarde ontlenen aan hun aanwezigheid in de rij en aan hun representativiteit voor de bebouwing in Zurenborg.

De eenvoudige neoclassicistische woning op nummer 28 ontwierp E. Horckmans in 1896 voor eigen rekening. Horckmans, wonende in Zurenborg in de Arendstraat 30, was als bouwmeester zeer actief in Zurenborg, nadat hij in de jaren 1870 had gewerkt op het Zuid, de wijk die toen in volle ontwikkeling was. Horckmans realiseerde projecten in opdracht van de "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", maar werkte ook voor eigen rekening.

De ontwerpen die we van Horckmans kennen zijn allemaal neoclassicistische, vrij gestandaardiseerde woningen. Ook deze woning beantwoordt aan de standaard kenmerken van de eind-19de-eeuwse stedelijke burgerwoning. Ze telt drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel heeft een hardstenen plint en een houten kroonlijst op klossen en met een tandfries. De centrale travee is geaccentueerd met een balkon en een licht uitspringend centraal deel van de gevel op de verdiepingen. Imitatievoegen op begane grond en eerste verdieping. Regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen, waarbij het schrijnwerk slechts gedeeltelijk bewaard bleef.

De woning had oorspronkelijk twee rechthoekige deuren, waarvan één links en de bredere rechter deur die er nu ook nog is. Dit wijst op het originele gebruik van deze woning als meergezinswoning, waarbij de linker deur toegang gaf tot het appartement op de begane grond.

Nummers 10-36. Reeks neoclassicistische enkelhuizen van drie tot vier traveeën en twee of drie bouwlagen onder mansarde-, zadel- of plat dak, uit de laatste kwart van de 19de eeuw, nummers 12-14 gedateerd 1892. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met sterk verspringende kroonlijsten. Imitatievoegen, panelen, driehoekige en gebogen frontons, markerende driekwartzuilen (nummers 12, 14 en 16), centrale balkons en decoratief stucwerk. Rechthoekige muuropeningen, vaak in geriemde omlijsting; nummer 18 met segmentboogvensters. Identieke nummers 12-14 en 32-34, laatstgenoemde met neo-Lodewijk XVI-decoratie.