erfgoedobject

Villa in cottagestijl

bouwkundig element
ID
216483
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216483

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Villa in sobere cottagestijl, gebouwd in opdracht van Berthe Hirsch, naar een ontwerp door de architect Joan Coninck Westenberg uit 1925. De vrijstaande garage met werkkamer onder het dak, door Westenberg ontworpen in de stijl van de villa, dateert uit 1928.

Joan Coninck Westenberg, die vóór de Eerste Wereldoorlog een aantal jaren succesvol geassocieerd was met zijn schoonbroer, architect Florent Vaes, bouwde tijdens het interbellum een zelfstandige loopbaan uit in dienst van de betere kringen. Van het vijftal villa’s en burgerhuizen dat de architect in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" tot stand bracht, is de villa Hirsch de enige uit de jaren 1920 die bewaard bleef, na het verdwijnen van de villa’s Sels uit 1923 aan de Della Faillelaan en Rodhain uit 1926 aan de Berkenlaan. Met deze cottagevilla’s knoopte de architect in versoberde vorm nog aan bij de ervaring die hij tijdens de vroege jaren 1910 samen met Vaes had opgebouwd. Naast het meer klassieke burgerhuis in beaux-artsstijl, legde het bureau zich in het bijzonder toe op de pittoreske cottagevilla, die traditionele en regionalistische stijlkenmerken geïnspireerd op de 'Old English'-stijl, koppelde aan een op huiselijkheid gerichte vernieuwing van de wooncultuur. Tot deze eerste generatie cottagevilla's van Vaes en Coninck Westenberg, behoort de villa Drory in de Hagedoornlaan, één van de vroegste landhuizen die in “Den Brandt” tot stand kwamen. De woning Freedman uit 1932 aan de Wilgenlaan en de villa Troeder uit 1933 aan de Sorbenlaan, zijn dan weer representatief voor het tussen traditie en moderniteit balanceerde oeuvre van Coninck Westenberg uit de jaren 1930.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel, op een quasi vierkante plattegrond van drie bij drie traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een complex schilddak met dakkapellen. De constructie is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met contrasterend gebruik van witte natuursteen voor hoekblokken en kozijnen, en rode pannen als dakbedekking. Axiaal symmetrisch van opzet, wordt de compositie van de voorgevel bepaald door de oplopende, driezijdige erkerpartijen in de zijtraveeën. Het oorspronkelijke rondboogportaal in de middenas, volgens de bouwplannen bekroond door een stucpaneel met rankwerk, werd later gedicht; sindsdien fungeert de vroegere dienstinkom als hoofdtoegang. Risalieten met puntgevel markeren in de westelijke zijgevel de traphal, en in de oostelijke zijgevel de ‘inglenook’ met schoorsteen van de eetkamer. Verder wordt het karakter vooral bepaald door de dominante, overstekende dakkap. Het houten vensterschrijnwerk met kleine roeden is bewaard, evenals het door de haag overgroeide, smeedijzeren voortuinhek.

De plattegrond is georganiseerd rond de traphal, die een centrale inplanting kreeg in de westelijke helft van de woning. Volgens de bouwplannen werd deze aan straatzijde geflankeerd door de vestibule en het kantoor, en aan tuinzijde door de keuken met dienstingang en bezemkamer. De suite gevormd door het salon en de eetkamer met ‘inglenook’ en terras, beslaat over de volledige diepte de oostelijke helft van de begane grond. Op de bovenverdieping bevinden zich de slaapkamer, de gastenkamer, de badkamer, de linnenkamer en de naaikamer; het dakniveau herbergt twee mansardekamers en de zolder.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 238#1285 en 238#2160.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/216483 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.