Half vrijstaand burgerhuis in art-decostijl, volgens de bouwaanvraag van 1936 opgetrokken door de lokale aannemer Callens, in opdracht van de heer J. Masereel. De bouwplannen vermelden architect noch ontwerper. De garage dateert uit 1952.

Twee bouwlagen hoog onder een plat dak, telt de afgeronde gevelopstand in totaal vier traveeën. Het parement bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kettingverband, expressief gecombineerd met rollagen, partijen in tegelverband of baksteenmozaïek. Nadrukkelijk horizontaal geleed door gecementeerde banden en afgewerkt door de kroonlijst en de blinde attiek, bepaalt de gestroomlijnde lijnvoering het karakter van deze architectuur, die het midden houdt tussen art deco en modernisme. Opvallende elementen zijn de portaalloggia met hoekkolom, de gestapelde bow-windows van de hoofdvertrekken, het traplicht, de patrijspoorten en de houten erkertjes van keuken en badkamer in de zijgevel.